Mijn agrimatie

Agrimatie - informatie over de agrosector

Mestbeleid LMM > Nieuws
         
Update resultaten akkerbouwbedrijven

4-9-2023

Bodemoverschotten min of meer stabiel
Voor deze update zijn de resultaten voor de akkerbouwbedrijven waarop het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) gericht is, over 2021 bepaald op basis van een complete set van bedrijfsgegevens. Eind vorig jaar waren voorlopige resultaten gepubliceerd. De artikelen gebaseerd op de Landbouwtellingsgegevens gaan over de jaren tot en met 2022.

Op de akkerbouwbedrijven waarop het LMM is gericht, zijn in 2021 relatief lage gewasopbrengsten gerealiseerd. Het jaar 2021 kende, een grillig groeiseizoen die een grote spreiding in de productie te zien geven. Het bedrijfsoverschot in 2021 komt, gemiddeld over de grondsoortregio’s, uit op 116 kg stikstof per ha. Het gemiddelde bodemoverschot ligt daar circa 9 kg boven. Beide niveaus zijn vergelijkbaar met het gemiddelde over de vijf voorgaande jaren (2016-2020).

Mestgebruik en beregening
De akkerbouwers hebben bij de bemesting in 2021, gemiddeld over de regio’s en hectares, 229 kg stikstof per ha gebruikt. Hiervan was 117 kg stikstof per ha afkomstig uit kunstmest en 89 kg per ha uit toegediende dierlijke mest. De andere 22 kg stikstof is via overige organische meststoffen zoals compost op de bodem gebracht. Tussen de grondsoortregio’s varieerde het stikstofgebruik in 2021 van gemiddeld 196 en 208 kg per ha in de Löss- en Zandregio tot 238 kg per ha in de Kleiregio. Sinds de invoering van het gebruiksnormenstelsel in 2006 is in alle regio’s een daling in het gebruik stikstofkunstmest zichtbaar. In de Zandregio daalde de kunstmestgift het sterkst, van gemiddeld 91 kg stikstof per ha in 2006 naar 69 kg in 2021. Het stikstofgebruik via dierlijke mest kende in periode 2006-2021 een wisselend verloop. Waar de bedrijven in de regio’s Klei en Löss in 2021 minder zijn gaan afnemen, kwam het gebruik door de akkerbouwers in de Zandregio juist op een wat hoger niveau te liggen.

Het aandeel van de akkerbouwbedrijven dat beregent is de afgelopen 10 jaar sterk toegenomen. In 2021 zijn op 17% van de bedrijven in de Zandregio en 44% van de bedrijven in de Kleiregio, gewassen beregend. Vooral in de Kleiregio is de laatste jaren fors in beregeningsinstallaties geïnvesteerd. Door middel van beregening wordt getracht om de droogteschade aan de opbrengst en kwaliteit van gewassen te beperken en de gebruikte meststoffen zo goed mogelijk te benutten.

Steeds minder fosfaatkunstmest gebruikt
Sinds de introductie van het gebruiksnormenstelsel is er duidelijk een dalende trend in de fosfaatoverschotten op akkerbouwbedrijven zichtbaar. De extreme droogte van 2018 doorbrak deze trend met een forse stijging van het overschot naar gemiddeld 22 kg fosfaat per ha. Voor 2021 komt het gemiddelde overschot uit op 16 kg fosfaat per ha, variërend van -2kg in de Lössregio tot 18 kg per ha in de Kleiregio.
Het gebruik van fosfaat via meststoffen in 2021 komt, gemiddeld over de grondsoortregio’s, uit op 63 kg fosfaat per ha. Vanwege de differentiatie in gebruiksnormen, is het bemestingsniveau in de Zandregio en Lössregio sinds 2006 op lagere niveaus komen te liggen dan in de Kleiregio.

Benutting op bodemniveau
Op de akkerbouwbedrijven is een grote spreiding in de benutting van nutriënten zichtbaar. Bij stikstof hebben de bedrijven in de Zandregio in 2021 gemiddeld 53% van de op de bodem aangevoerde stikstof benut. Dit is 5 procentpunten meer dan in de Kleiregio, waar de laagste benutting werd gerealiseerd. De fosfaatbenutting bedroeg in 2021, gemiddeld over de regio’s, 84%. De hoogste fosfaatbenutting werd behaald in de Lössregio (110%) en de laagste in de Kleiregio (83%). Van de akkerbouwbedrijven behaalde 25% een benuttingsgraad hoger dan 100% terwijl 75% van de akkerbouwbedrijven minstens 63% scoorde.

Volgende update
Bij de eerstvolgende update, naar verwachting in december 2023, zullen de resultaten over de bedrijfsvoering in het jaar 2022 worden bepaald op basis van een voorlopige set bedrijfsgegevens.

Over LMM
Het LMM is ontwikkeld om de effecten van het Nederlandse mestbeleid op de nutriëntenemissies, en vooral de nitraatemissie, uit landbouwbronnen naar het grond- en oppervlaktewater te meten en de effecten van veranderingen in de landbouwpraktijk op deze emissie te volgen. Het RIVM is verantwoordelijk voor de metingen van de waterkwaliteit en Wageningen Economic Research is verantwoordelijk voor de vastlegging van de landbouwpraktijk. Meer informatie over de waterkwaliteit en de gebruikte methoden wordt gegeven op www.rivm.nl.

Aanvullende informatie bij dit bericht
Er is mogelijk een update geweest van de informatie bij één of meer van de onderstaande analyses. Hieronder wordt de actuele inhoud getoond. De oudere analyse, die bij het nieuwsbericht hoorde, kan bekeken worden door bij de actuele analyse het archief te openen dat daar onderaan de pagina is weergegeven

Bouwplan
•      

Stikstofbedrijfsoverschot per ha
•      

Fosfaatbemesting per ha
•      

Biologische teelt
•      

Stikstofbemesting per ha
•      

Fosfaatbodemoverschot per ha
•      

Stikstofbodemoverschot per ha
•      

Gewasopbrengsten
•      

Beregening
•      

Stikstofbenutting op bodemniveau
•      

Fosfaatbenutting op bodemniveau
•      

Bedrijfsomvang grond
•      



Contactpersoon
Marga Hoogeveen
070-3358325
 

Andere recente nieuwsberichten
21-12-2023:
21-12-2023:
21-12-2023:
7-9-2023:
4-9-2023:
4-9-2023:
4-9-2023:
4-9-2023:
22-12-2022:
22-12-2022:

Meer nieuws