Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Thema's > Economisch resultaat
     
Economisch resultaat
Kies een indicator
Kritieke melkprijs - Melkveehouderij

Hoge kritieke melkprijs in 2022
14-5-2024

Grotere schommelingen in de melkprijs vragen van ondernemers dat ze beter inzicht hebben in waar kritieke grenzen liggen. De kritieke melkprijskengetallen voor de korte termijn en de lange termijn kunnen daarbij helpen. De kritieke melkprijs geeft informatie over de melkprijs die je als melkveehouder nodig hebt om je bedrijf draaiende te houden. In de kritieke melkprijs voor de lange termijn zijn alle betaalde kosten verwerkt, de (normatieve) aflossingen en de gezinsbestedingen. Ook wordt rekening gehouden met vervangingsinvesteringen. Inkomen van buiten het bedrijf en directe betalingen GLB worden hier niet meegenomen. De kritieke melkprijs voor de korte termijn is meer gericht op het in beeld brengen van de laagste melkprijs die je gedurende een relatief korte periode kunt overleven. Hier wordt bijvoorbeeld gerekend met lagere gezinsbestedingen en worden de directe betalingen GLB en de inkomsten van buiten het bedrijf wel meegenomen. Ook worden de vervangingsinvesteringen buiten beschouwing gelaten. Onderstaande tabel geeft een schematisch overzicht van welke onderdelen wel en niet worden meegenomen bij de berekening van de kritieke melkprijs voor de korte en lange termijn.

Tabel Overzicht definitie kritieke melkprijs voor korte en lange termijn
Kengetalkorte termijnlange termijn
Betaalde kostenjaja
  - afschrijvingenjaja
  + aflossingen (6% van langlopende leningen)jaja
  + vervangingsinvesteringenneeja
  - niet melkopbrengstenja ja
  waarvan aanwas, intern verkeerneenee
  waarvan directe betalingen GLBjanee
  + gezinsbestedingenja (50%)ja
  + belastingenja ja
  - inkomsten van buiten bedrijfja nee


De berekeningen van de beide kengetallen voor de Nederlandse melkveehouderijsector laat een aantal zaken zien:
ā€¢ De kritieke melkprijs voor de lange termijn is tussen 2001 en 2022 voor de gangbare melkveebedrijven per saldo gestegen van 30 tot 47 euro per 100 kg na een kleine daling in de periode 2016-2020. Ondanks de schaalvergroting nemen de kosten van voer en gebouwen toe. De kritieke melkprijs voor de korte termijn is in alle perioden wel toegenomen voor de gangbare melkveebedrijven.
ā€¢ De biologische bedrijven hebben hun kritieke melkprijzen zowel voor de lange als de korte termijn zien toenemen en in sterkere mate dan de gangbare bedrijven. Dit komt omdat de schaalvergroting daar minder was dan die bij de gangbare collegaā€™s. Wel nam de schaalvergroting na 2014 meer toe dan in de periode daarvoor en dat heeft een dempend effect gehad op de toename van de kritieke melkprijs. De sterkste toename vond plaats in de periode 2001-2010.
ā€¢ De kritieke melkprijs voor de langere termijn is het laagst voor grote bedrijven. Bij een melkprijs van 38 euro per 100 kg heeft 88% van de gangbare bedrijven een probleem om aan alle financiĆ«le verplichtingen van zowel privĆ© als bedrijf te voldoen (op basis van 2022). Bij de grotere bedrijven is dat minder dan de helft.
ā€¢ De kritieke melkprijs voor de korte termijn is het laagst voor de kleine gangbare bedrijven (37,8 euro per 100 kg melk voor 2022). Voor de bedrijven met meer dan 75 koeien ligt de kritieke melkprijs voor de korte termijn tussen de 40 en 42 euro per 100 kg melk. De kleine bedrijven zijn dus relatief minder kwetsbaar voor lage melkprijzen. Dit komt door inkomen van buiten het bedrijf en doordat de lagere gezinsuitgaven die in deze kritieke melkprijs zijn opgenomen op kleinere bedrijven een relatief grote impact hebben. Bovendien scoren grotere bedrijven niet beter dan middelgrote als het gaat om de kritieke melkprijs voor de korte termijn. Bij een melkprijs die onder de 40 euro per 100 kg zakt, heeft bijna de helft van de gangbare bedrijven een probleem.
ā€¢ Hoe groter de bedrijven, hoe dichter de kritieke melkprijzen voor de korte en de lange termijn bij elkaar liggen. Dit komt doordat de verschillen tussen beide methoden per eenheid melk steeds kleiner worden naarmate het bedrijf groter is.
ā€¢ 42% van de biologische bedrijven heeft een kritieke melkprijs voor de lange termijn die hoger is dan de gemiddelde melkprijs over 2022 (60 euro per 100 kg) en kan daarmee niet aan alle verplichtingen voldoen.

Achtergrond en definities
De kritieke melkprijs geeft informatie over de melkprijs die de melkveehouder nodig heeft om het bedrijf draaiende te houden, ofwel de melkprijs waarmee aan alle cash-verplichtingen kan worden voldaan. Een kritieke melkprijs is iets anders dan een kostprijs. Bij de kostprijs wordt ook gekeken naar de (ingerekende) beloning van de ingezette productiefactoren (eigen arbeid en kapitaal) naast alle overige kosten die samenhangen met de productie van melk. Het gaat hier dan om het behalen van rendement. Bij de kritieke melkprijs wordt gekeken naar de melkprijs die minimaal nodig is om als bedrijf aan je verplichtingen te voldoen en ook nog redelijk te kunnen leven. Dat laatste wordt meegenomen door in plaats van met een ingerekende beloning voor de arbeid te werken met een normatief bedrag van de gezinsbestedingen. Het betreft hier dus geen volledige beloning van arbeid en kapitaal maar die vergoeding die nodig is om aan alle financiƫle verplichtingen, zowel privƩ als bedrijf, te kunnen voldoen.

Tegen deze achtergrond zijn er twee soorten kritieke melkprijzen te onderscheiden:
1. De kritieke melkprijs zoals die wordt bezien vanuit de korte termijn (1 jaar). De vraag die dan centraal staat is welke melkprijs nodig is om op korte termijn aan je betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Deze kritieke melkprijs is belangrijk als het gaat om inzicht krijgen in het kunnen opvangen van de gevolgen van kortdurende perioden met lage melkprijzen.
2. De kritieke melkprijs zoals die wordt benaderd vanuit een langeretermijnperspectief. De vraag die dan centraal staat, is welke melkprijs minimaal nodig is om de continuĆÆteit van het bedrijf op de langere termijn te kunnen waarborgen.

Resultaten
Ontwikkeling kritieke melkprijzen in de tijd
De kritieke melkprijs voor de lange termijn voor de gangbare melkveebedrijven is per saldo over de periode 2001-2022 met de helft toegenomen van bijna 30,5 euro per 100 kg melk in 2001-2005 tot bijna 47 euro in 2022. Wel daalde deze in de periode 2015-2020 door het wegvallen van de quotumkosten en de lage rente. Maar deze daling werd volledig ongedaan gemaakt door een stijging van de kosten van voer. De schaalvergroting heeft gelijkmatig plaatsgevonden. Iedere 5 jaar neemt de melkproductie met 20 Ć  24% toe ofwel 4 Ć  5% per jaar. De kritieke melkprijs voor de korte termijn is voor de gangbare melkveebedrijven in dezelfde periode toegenomen van bijna 25 euro per 100 kg melk tot bijna 40 euro.
De figuur laat ook zien dat de kritieke melkprijs voor zowel de lange termijn als de korte termijn voor biologische melk in deze periode is gestegen. Vooral tot 2013 is de kritieke melkprijs gestegen mede omdat tot aan deze periode weinig schaalvergroting heeft plaatsgevonden. Deze was tot aan 2013 circa 2% per jaar. Vanaf 2014 zijn de biologische bedrijven fors gaan groeien met 5 Ć  6% per jaar. Deze groei had een dempende invloed op de ontwikkeling van de kritieke melkprijzen.



Figuur 1a Ontwikkeling kritieke melkprijzen gangbare bedrijven in relatie tot gemiddelde melkprijs 2001-2022 afzonderlijke jaren


Figuur 1b Ontwikkeling kritieke melkprijzen biologische bedrijven in relatie tot gemiddelde melkprijs 2001-2022 afzonderlijke jaren


Figuur 1c Ontwikkeling kritieke melkprijzen in relatie tot gemiddelde melkprijs 2001-2022 5 jarige gemiddelden

Kritieke melkprijzen en schaalgrootte
De kritieke melkprijs voor de korte termijn is het hoogst voor gangbare melkveebedrijven met een veestapel in de klasse met 100 tot 150 melkkoeien over de periode 2001-2020 (figuur 2). Over het jaar 2021 is deze het hoogst voor de grootteklassen >150 koeien en voor 2022 is dit de grootteklasse 75-100 koeien. Voor 2021 wordt dit veroorzaakt doordat de aflossingen en privƩ-bestedingen op de grootste bedrijven hoger zijn. In 2022 ligt de oorzaak bij twee tot drie euro hogere (betaalde) bedrijfskosten in vergelijking met grotere grootteklassen. De relatief kleine gangbare bedrijven (veestapel kleiner of gelijk aan 75 koeien) hebben de laagste kritieke melkprijs voor de korte termijn. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de relatief grote bijdrage van inkomsten van buiten het bedrijf voor deze groep bedrijven en anderzijds door de relatief lage schulden en hiermee gepaard gaande lagere normatieve aflossingen. De relatief kleine bedrijven zijn dus minstens zo goed in staat om een periode van tijdelijk lage melkprijzen te overbruggen (veerkracht) als de grotere bedrijven. Het komt erop neer dat relatief kleine bedrijven weliswaar een hoge berekende kostprijs hebben, maar relatief gezien een kleiner deel van deze kosten daadwerkelijk in cash moeten uitgeven. Bij de relatief grote bedrijven is het net andersom. De berekende totale kostprijs is lager, maar een groter deel hiervan moet daadwerkelijk in cash worden betaald.

Bij de biologische bedrijven zijn de oorzaken van de verschillen hetzelfde. Het verschil in aflossingen, de inkomsten van buiten het bedrijf en de privƩ-bestedingen is relatief groter tussen de beide grootteklassen in vergelijking met de gangbare bedrijven (tussen de twee middelste grootteklassen) en in beide gevallen in het nadeel van de grotere bedrijven. Dit wordt deels veroorzaakt doordat het verschil in omvang bij de biologische bedrijven groter is dan tussen de beide middelste grootteklassen bij de gangbare bedrijven.

De kritieke melkprijs voor de lange termijn vertoont naar omvang van het bedrijf wel meer een parallel met de kostprijs. Ze nemen beide af als de omvang van het bedrijf toeneemt. Voor de biologische bedrijven neemt juist de kritieke melkprijs voor de lange termijn toe (tussen de 3 en 4 euro per 100 kg) naarmate het bedrijf groter is. Hogere voerkosten en aflossingen per eenheid melk liggen hieraan ten grondslag.


Figuur 2a Kritieke melkprijs naar omvang op gangbare zuivere melkveebedrijven, gemiddeld 2001-2022


Figuur 2b Kritieke melkprijs naar omvang op biologische zuivere melkveebedrijven, gemiddeld 2001-2022


Spreiding in kritieke melkprijzen
Figuur 3a laat zien dat 13% van de bedrijven een kritieke melkprijs voor de korte termijn van boven de 40 euro per 100 kg melk heeft in de periode 2016-2020. Dit aandeel neemt in de loop van de tijd toe en in 2022 waarin de kosten flink opliepen, bedroeg dit aandeel bijna de helft. Dit betekent dat deze bedrijven niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen als de gangbare melkprijs onder de 40 euro per 100 kg melk ligt. Voor de lange termijn is dit 60% voor de periode 2016-2020 en 86% voor 2022. Dit betekent dat als de melkprijs langdurig onder de 40 euro per 100 kg melk uitkomt, het merendeel van de bedrijven in de problemen komt. De gemiddelde melkprijs lag tot aan het extreme melkprijsjaar 2022 gemiddeld nog enkele euroā€™s onder deze 40 euro.
Van de biologische bedrijven (figuur 3b) komt 10% van de bedrijven in de problemen als de melkprijs voor de korte termijn onder de 55 euro per 100 kg melk duikt (voor de periode 2016-2020) en 19% voor 2022. Voor de langere termijn is dit respectievelijk 50 en 71%. De gemiddelde biologische melkprijs lag tot aan 2022 rond of iets boven de 50 euro. Met deze prijs komt nog een groter aandeel in de problemen dan de hierboven genoemde percentages.


Figuur 3a Verdeling zuivere gangbare melkveebedrijven naar kritieke melkprijsklassen, 2001-2022


Figuur 3b Verdeling zuivere biologische melkveebedrijven naar kritieke melkprijsklassen, 2001-2022

Spreiding kritieke melkprijs naar klassen in 2022
Figuur 4 laat voor het jaar 2022 de verdeling van de kritieke melkprijs (korte en lange termijn) zien over alle gangbare melkveebedrijven die deelnemen aan het Bedrijveninformatienet. Ook deze figuur onderstreept de grote variatie die er is tussen bedrijven wat betreft de hoogte van de kritieke melkprijs. Het aantal bedrijven met een kritieke melkprijs voor de korte termijn onder de 40 euro per 100 kg is voor 2022 circa 51%.


Figuur 4 Aandeel zuivere gangbare melkveebedrijven naar klassen van kritieke melkprijs voor de lange en korte termijn in 2022 in euro per 100 kg

Discussie
Grotere bedrijven scoren hoogst op toekomstbestendigheid vanuit financieel oogpunt
Gangbare bedrijven met 150 melkkoeien of meer scoren het gunstigst op de kritieke melkprijs voor de lange termijn (deze is gemiddeld bijna 46 euro per 100 kg melk). Volgens het panel ā€˜Langetermijnprognoses melkveehouderijā€™ wordt een langetermijnmelkprijs verwacht van 47 euro per 100 kg. Deze is dus vergelijkbaar met de benodigde melkprijs om aan alle financiĆ«le verplichtingen te kunnen voldoen. Achter dit gemiddelde zit een behoorlijke spreiding waarbij geen automatische garantie is op toekomstbestendigheid. Een aanzienlijk deel van alle gangbare bedrijven (gemiddeld circa 55% in 2022) heeft een kritieke melkprijs die hoger ligt dan die 47 euro per 100 kg.
Voor de biologische bedrijven is de kritieke melkprijs voor de lange termijn voor de grootste grootteklasse hoger en daarmee ongunstiger. Met een gemiddelde melkprijs van ruim 60 euro per 100 kg in 2022 is het verschil met de kritieke melkprijs (ruim 61 euro) voor de lange termijn niet zo groot. Van alle biologische bedrijven heeft ruim 40% een kritieke melkprijs voor de lange termijn van meer dan de gemiddelde melkprijs van ruim 60 euro per 100 kg in 2022. Voor de korte termijn is dit 11%.
Bovenstaande figuren laten zien dat er bij de gerealiseerde gangbare melkprijs (gemiddeld 38 euro per 100 kg) op korte termijn de kleinste aantallen bedrijven in de problemen komen maar toch nog 62% op basis van de resultaten in 2022. Als deze prijs ook de referentiewaarde voor de lange termijn zou zijn, dan is er ongeacht de bedrijfsgrootteklasse een probleem omdat de kritieke melkprijs voor de lange termijn in alle grootteklassen boven de gerealiseerde melkprijs ligt. Het aandeel dat dan in de problemen kan komen ligt op 88%.

Kritieke melkprijs is geen geĆÆsoleerd kengetal
De kritieke melkprijs is geen kengetal dat geĆÆsoleerd moet worden bezien. De hoogte van de kritieke melkprijs wordt mede beĆÆnvloed door de ontwikkeling van de voerkosten. Wanneer verder op die kosten wordt ingezoomd, blijkt dat het aandeel van de kosten voor veevoer (krachtvoer, aangekocht ruwvoer en/of natte bijproducten) in de kritieke melkprijs voor de korte termijn op 1/3 ligt. Bij de operationele keuzes die een melkveehouder moet maken, ofwel bij de afweging van productiebeslissingen voor de korte termijn, zijn naast de melkprijs de voerkosten daarom een belangrijke bepalende factor. Definities zijn te vinden bij de toelichting onder aan dit artikel.
Bovendien hangt de toekomstbestendigheid niet alleen af van de economische prestaties. De veranderingen in beleid en markt vragen om aanpassingen, de toekomstbestendigheid hangt mede af in hoeverre bedrijven in staat zijn om zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden.









Kies een sector
Contactpersoon
Alfons Beldman
0320-293540
 

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >
Referenties


Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief



naar boven