Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Sectoren > Glastuinbouw
     
Glastuinbouw
Kies een thema
Algemeen

Economie

Maatschappij

Milieu

 
 
  
  
   
Kies een indicator
Contactpersoon
Harold van der Meulen
0317-484436
 

Deze informatie voor andere sectoren
  • Akkerbouw
  • Bloembollenteelt
  • Boomkwekerij
  • Fruitteelt
  • Glasgroententeelt
  • Glastuinbouw
  • Leghennenhouderij
  • Melkveehouderij
  • Vollegrondsgroenteteelt
  • Pot- en perkplantenteelt
  • Snijbloementeelt
  • Varkenshouderij
  • Vleeskalverhouderij
  • Vleeskuikenshouderij
  • Zetmeelbedrijven
  • Visserij
  • Grote zeevisserij
  • Kottervisserij
  • Mosselcultuur
  • Overige kleine zeevisserij

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >

Kosten - Glastuinbouw

Correctie op kostenniveau
18-12-2023

De kosten van een gemiddeld glastuinbouwbedrijf worden in 2023 ongeveer 2,5% lager geraamd dan in 2022. De gemiddelde bedrijfsomvang nam daarbij ook af met ongeveer 1,5%. Het resterende verschil is door prijs- en volumemutaties ontstaan.


De toegerekende kosten, de belangrijkste kostenpost op een glastuinbouwbedrijf, bleven onveranderd ten opzichte van een jaar geleden. Een van de belangrijkste onderdelen in deze kostenpost zijn de zaai- en potgoedkosten. In deze raming is gerekend met een toename van 3%. Meststoffen die vorig jaar sterk in prijs stegen zijn dit jaar lagere gewaardeerd. Andere belangrijke kostenposten zijn onder andere materialen, aflever- en transportkosten.

Energiekosten konden door besparingen, extensivering en optimalisatie van beschikbare voorzieningen worden beperkt. Dit werd ondersteund door een dalende trend in de spotmarktprijs voor gas en elektriciteit. Vergelijkingen met het vorige jaar zijn lastig te maken. In de winterperiode tussen 2022 en 2023 werd veel minder belicht en ook in het voorjaar bleef men voorzichtig. Geluiden zijn dat in 2023 richting 2024 weer een behoorlijk deel van het areaal belicht gaat worden. Per saldo is gerekend met een afname van 12,5% van de kosten, een correctie op de sterk gestegen kosten in 2022.

Opvallend is dat de netto-energiekosten gemiddeld per glastuinbouwbedrijf nagenoeg op nul zullen uitkomen, volgens deze raming. De netto-energiekosten zijn de kosten minus de ontvangsten uit de verkopen en handel van energie. Vorig jaar al lieten de energieverkopen een sterke toename zien. Hoewel de momenten waarop dat kon wel schaarser werden, werd daar ook in 2023 volop gebruik van gemaakt.
De kosten van materiële activa stegen met een kleine 2% naar 339.000 euro. Afschrijvingen namen vooral toe voor machines en apparaten en installaties die de energiehuishouding kunnen beïnvloeden. De afschrijvingen voor gebouwen en glasopstanden namen af.
De kosten van betaalde arbeid die qua volume enigszins meebewoog met de lagere producties, nam toch toe tot 510.000 euro. De afspraken gemaakt in de cao zorgden tweemaal voor een verhoging van de lonen. In deze raming is rekening gehouden met een toename van ruim 3% per bedrijf.

De kosten voor het werk door derden bleef in balans met die van een jaar eerder. Veranderingen in de wegingsfactoren versus hogere arbeidskosten konden hierdoor van elkaar worden afgetrokken met een status quo als resultaat.

De financieringslasten lieten wederom een afname zien. Hoewel de rentes hoger lagen dan een jaar eerder, werden er minder nieuwe leningen afgesloten. Ondernemers konden door goede resultaten in de afgelopen jaren veelal zelf de financiering regelen. Deze kostenpost zit vanaf 2014 in een dalende lijn.

Resumerend had een gemiddeld glastuinbouwbedrijf bijna 2,4 miljoen euro aan betaalde kosten en afschrijvingen. Per m2 bedroeg dit een kleine 73 euro.


Referenties


Kosten - Glasgroententeelt

Daling energiekosten
18-12-2023

In vergelijking met 2022 zijn de totale kosten voor 2023 gedaald met circa 2,5% tot gemiddeld 2,9 mln euro. Vooral door lagere kosten voor energie vielen de totale betaalde kosten en afschrijvingen lager uit.



In deze raming wordt ervan uitgegaan dat in 2023 enkele kostenposten gedaald zijn in vergelijking met 2022, waaronder energie, rente en toegerekende kosten. In 2022 werden zeer hoge energieprijzen waargenomen. Bedrijven werden op de dag markt geconfronteerd met een uniek hoog prijsniveau. Bedrijven die hun energievraag niet voldoende hadden afgedekt met langlopende contracten ondervonden hier grote hinder van. Vanaf december 2022 zijn deze prijzen gedaald. Hoe deze ontwikkelingen in energieprijzen zich in 2023 vertalen naar opbrengsten en kosten, varieert per bedrijf vanwege verschillende bedrijfsinrichtingen en strategieën voor energie-aankoop en -verkoop. Bedrijven zijn wel steeds flexibeler in het invullen van hun energiebehoeften en een hogere inkoopprijs hoeft daarom niet per se een probleem te zijn. Uiteindelijk draait het om het saldo tussen energiekosten en opbrengsten, oftewel de behaalde netto-energiekosten.
Doordat de energieprijzen in 2023 in het algemeen een dalende trend hebben ingezet, zijn producten die sterk afhankelijk zijn van energie bij hun productie, zoals meststoffen, plastics en dergelijke ook goedkoper geworden in vergelijking met 2022. Niettemin kan het mogelijke voordeel hiervan variëren voor elk bedrijf, afhankelijk van of de individuele onderneming al dan niet voorraad heeft.

In deze raming zijn kosten en opbrengsten voor energie gescheiden. In de praktijk zijn de netto- energiekosten voor een bedrijf uiteraard bepalend. De kosten van plantaardige activa (waaronder onder andere uitgangsmateriaal, meststoffen worden ingedeeld), materiële activa (onder andere afschrijvingen en onderhoud) en de kosten van arbeid, al dan niet via derden uitgevoerd, stegen minder dan de toename in de bedrijfsomvang. Dit alles bij elkaar leidt tot een daling van geraamde totale kosten met ruim 74.000 euro tot gemiddeld 2,9 miljoen euro aan kosten per gemiddeld bedrijf.

Hogere energiekosten hebben ondernemers uitgedaagd
De hoge energieprijzen stelden ondernemers in 2022 en ook weer in 2023 voor buiten-gewone uitdagingen op het gebied van ondernemerschapsvaardigheden. De strategie die werd gekozen, speelt een cruciale rol in de toekomst van het bedrijf. Deze strategie hangt grotendeels af van de mate waarin de totale energiebehoefte en -verkoop zijn vastgelegd. Daarnaast beïnvloedt de flexibiliteit van de bedrijfsvoering de situatie. Natuurlijk helpen voldoende financiële middelen bij het maken van keuzes in deze nieuwe werkelijkheid.
Om de kosten te verlagen, stonden telers voor keuzes. In grote lijnen hadden ze de keuze tussen:

- efficiëntieverbetering door energiebesparing, met als doel het maximaliseren van de besparingen zonder verlies van productiviteit. Dit omvat bijvoorbeeld het gebruik van nieuwe apparatuur in het teeltproces
- extensivering om het energieverbruik te verminderen, met mogelijke negatieve gevolgen voor de productie en opbrengsten. Voorbeelden hiervan zijn het braak laten liggen van delen van de kas, ruimere plantafstanden, later planten en lagere temperaturen in de kas
- optimalisatie van energievoorzieningen, waarbij telers met meerdere soorten energievoorzieningen door middel van energiemanagement proberen de voordelen van afzonderlijke installaties te benutten.

Het ingrijpen in het productieproces stelt telers voor nieuwe uitdagingen die enige tijd vergen om te worden geoptimaliseerd, wat soms ten koste gaat van de kwaliteit van de eindproducten. De diversiteit van de energievoorziening op een glastuinbouwbedrijf is daarom lastig te vatten in een gemiddeld bedrijfsprofiel. Het inschatten van kosten en opbrengsten wordt derhalve gekenmerkt door de nodige onzekerheid.
In aanvulling op de eerdergenoemde maatregelen hadden telers te maken met de ongunstige start van het jaar, gekenmerkt door relatief donker en koud weer. Dit resulteerde in een toename van het energiegebruik en vertraagde de oogst van producten. Het aantal graaddagen, wat het aantal dagen aangeeft waarop waarschijnlijk verwarming nodig is, lag 1,7% hoger dan in 2022, zoals gemeten tot 3 december op basis van De Bilt, volgens gegevens van www.mindergas.nl.

Het lichtniveau lag tot en met oktober 2023 circa 7,5% lager ten opzichte van tot en met oktober 2022 (KNMI, 2022). De inkoop van elektriciteit verminderde deels vanwege ongunstige omstandigheden met betrekking tot de kostenstijging als gevolg van verhoging belasting Opslag Duurzame Energie (ODE) en implementatie van besparende maatregelen.
Op een gemiddeld glasgroentebedrijf bedroegen in 2023 de energiekosten ruim 38% van het totale kostenplaatje. In 2022, toen de inkoopprijzen van gas aanzienlijk waren gestegen, was dit percentage ruim 40%. In 2021 was het aandeel 30%, en in 2020 bevond het zich historisch gezien op een laag niveau van 21%.

De ontwikkeling van de energiekosten moet overigens in samenhang worden beschouwd met de opbrengsten uit de verkoop van elektriciteit. Het verschil tussen energiekosten en energieopbrengsten resulteert in de netto-energiekosten.
Door de aanzienlijke stijging van de elektriciteitsprijzen, de beperking van het eigen elektriciteitsverbruik en gunstige sparkspread konden telers profiteren van de hoge verkoopprijzen van de zelf opgewekte elektriciteit. Dit was uiteraard alleen mogelijk als het bedrijf was uitgerust met een wkk-installatie. Hierdoor daalden de netto-energiekosten aanzienlijk. In deze raming wordt ervan uitgegaan dat de netto-energiekosten voor een gemiddeld bedrijf negatief zijn. Natuurlijk is dit niet voor elk bedrijf het geval: als er beperkte of geen mogelijkheden waren voor de verkoop van energieproducten, dan zijn de netto-energiekosten duidelijk anders.

Stijging betaalde arbeidskosten
De arbeidskosten vormen een aanzienlijke uitgavenpost voor glasgroentebedrijven. In de afgelopen jaren zijn deze kosten gestegen. Ook in 2023 namen deze kosten opnieuw toe. De raming voor 2023 geeft aan dat de betaalde arbeidskosten per bedrijf gemiddeld met 3,6% zullen stijgen tot meer dan 610.000 euro per bedrijf. Deze stijging is toe te schrijven aan een toename van de lonen, hoewel het totale arbeidsvolume afnam. Deze daling van het arbeidsvolume werd veroorzaakt door minder belichte teelt en vertraagde voorjaarsproductie, wat resulteerde in minder personeelsbehoefte. Tegelijkertijd werden goede productieresultaten behaald in de zomerperiode, waarbij de inzet van arbeid licht toenam. De lonen volgden de stijgingen zoals vastgelegd in de cao, en vast personeel werd overwegend behouden.

Kosten materiële activa stijgen licht  
Voor het gemiddelde glasgroentebedrijf kwamen de geschatte kosten voor duurzame productiemiddelen - afschrijvingen op gebouwen en machines, onderhoudskosten en huur - in 2023 ongeveer 1% hoger uit dan in 2022. Met name in 2022 stegen de kosten voor afschrijvingen op installaties aanzienlijk. In dat jaar werd aanzienlijk meer geïnvesteerd in energie- en arbeidsbesparende maatregelen, zoals isolatie- of energieschermen, en ook het gebruik van ledlampen1), die elektriciteit besparen, nam toe. Dit effect is al verwerkt in de cijfers voor 2022 en verklaart de beperkte stijging van 1% in 2023. De geschatte kosten voor een gemiddeld glasgroentebedrijf bedroegen ongeveer 430.000 euro.

Toegerekende kosten omlaag
In deze post zijn diverse kosten opgenomen, waaronder die voor uitgangsmateriaal, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en diverse overige uitgaven. Vanwege de soms sterk uiteenlopende startdata van teelten bij telers werd er het uiterste gevraagd van de bedrijven die het uitgangsmateriaal opkweken. In 2022 vertoonden kosten waar een energie- of arbeidscomponent in zat, aanzienlijke stijgingen. Hierbij kan gedacht worden aan verpakkingsmaterialen, steenwolmatten, plastic en karton. Meststoffen vallen ook onder deze post en worden eveneens geproduceerd met een aanzienlijke energiecomponent. Door de dalende energieprijzen in 2023 daalden over het algemeen ook de kosten voor deze teeltbenodigdheden, zij het vaak minder sterk dan de afname van energiekosten. Uiteindelijk resulteerde dit in een daling van de kosten met 2,2% tot gemiddeld 450.000 euro per bedrijf.

Financieringslasten verder afgenomen
Naar verwachting zijn de financieringslasten voor het gemiddelde glasgroentebedrijf in 2023 verder gedaald ten opzichte van 2022 tot gemiddeld 30.000 euro. Tien jaar geleden bedroegen de financieringslasten gemiddeld nog meer dan 100.000 euro per bedrijf. De positieve bedrijfsresultaten van de afgelopen jaren hebben bedrijven de mogelijkheid geboden om hun schulden af te lossen. Hoewel het rentepercentage op financieringen stijgt, wordt deze toename gecompenseerd door de aflossingen die worden gedaan op lopende financieringen. Tenslotte worden nieuwe leningen slechts in beperkte mate verstrekt; veel investeringen worden door ondernemers gefinancierd vanuit eigen middelen (bron: Rabobank).


Referenties
1) Een led (van het Engelse light-emitting diode) is een elektronische halfgeleidercomponent opgebouwd als een diode die bij stroomdoorgang in de doorlaatrichting licht uitstraalt. Dit kan zichtbaar licht in diverse kleuren zijn, maar ook infraroodstraling of ultraviolette straling. Als gevolg van technologische verbeteringen is de lichtopbrengst toegenomen en inmiddels worden leds geproduceerd die geschikt zijn als lichtbron voor de groei en ontwikkeling van gewassen.


Kosten - Snijbloementeelt

Totaal kostenniveau snijbloemenbedrijven iets omlaag
18-12-2023

De totale betaalde kosten en afschrijvingen in 2023 zijn volgens de raming met circa 2% gedaald ten opzichte van 2022. In 2022 stegen de kosten sterk en in 2023 vindt hierop dus een beperkte correctie plaats. De totale kosten en afschrijvingen komen in 2023 uit op 1,7 mln. euro per bedrijf.



De toegerekende kosten (zoals plantmaterialen, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen) stegen beperkt maar vooral de arbeidskosten en het werk door derden namen in 2023 toe door gestegen cao-lonen. De toename van de arbeidskosten werd hier wel geremd door de lagere inzet van arbeid in 2023.

De prijzen van energie zijn erg volatiel geweest de afgelopen twee jaar. In 2022 stegen de gasprijzen bijvoorbeeld tot ongekende hoogte. Hierdoor moesten telers onorthodoxe maatregelen treffen om hun bedrijf op koers te houden. Dit heeft veel van hun ondernemersvermogen gekost. Maar de meeste bedrijven zijn erin geslaagd om ook deze crisis, vooralsnog, door te komen. Soms ging dit gepaard met optimalisatie van de beschikbare bedrijfsuitrusting, besparingen of zelfs extensivering. Soms werden investeringen gedaan om besparingen op energiekosten te realiseren of flexibeler te zijn in het invullen van hun energiebehoefte. Andere kozen ervoor om aangegane verplichtingen tegen gunstige condities te verkopen. Al deze maatregelen hadden effect op het teeltjaar 2023 en daarmee de kosten. De energiekosten nemen volgens deze raming af met een kleine 15%. De daling bestaat uit een combinatie van een lager volume gas en met name minder gebruik van elektriciteit bij lagere prijzen van beide inputs. Hierdoor is het aandeel van de toegerekende kosten weer iets groter dan die van energie in de totale kosten. Vorig jaar waren de aandelen respectievelijk 29% versus 31% van de totale betaalde kosten en afschrijvingen. In 2023 is dit 30% om 27%.

Arbeidskosten en materiële activa zijn de andere twee grote kostenposten met een aandeel van respectievelijk 18% en 15% en zijn over de jaren heen redelijk stabiel in hun aandeel. Wat betreft de materiële activa, die een toename lieten noteren van 6%, waren het vooral de afschrijvingen op installaties en de kosten voor onderhoud en huur die zorgden voor een toename in de kosten in 2023.








Referenties


Kosten - Pot- en perkplantenteelt

Kosten voor pot- en perkplantenbedrijf nemen meer af dan de opbrengsten
18-12-2023

De totale bedrijfskosten (inclusief afschrijvingen) zijn in 2023 naar verwachting met 5% gedaald en zijn geraamd op gemiddeld 2,6 mln. euro per bedrijf.


Toegerekende kosten licht gedaald
De belangrijkste kostenpost bij het pot- en perkplantenbedrijf zijn de toegerekende kosten. Hieronder vallen onder andere de kosten voor het plantmateriaal. Deze kosten worden beïnvloed door de omvang van het gemiddelde bedrijf, onder andere de hoeveelheid opgezet uitgangsmateriaal en de kosten van de aanschaf hiervan. Daarnaast gaat het hier over meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Voor meststoffen die vorig jaar sterk in prijs toenamen, parallel aan de sterke toename van gas, die nodig is om deze meststoffen te maken, is een afname van de kosten ingerekend. Per saldo is voor het uitgangsmateriaal uitgegaan van gelijkblijvende kosten. Door wegingsinvloeden bij het bepalen van het gemiddelde bedrijf komt er ook een daling van de gewasbeschermingsmiddelen naar voren. Het saldo van volume en prijsmutaties bleef nagenoeg gelijk. Verder vallen onder deze kostenpost ook aflever- en, transportkosten en kosten voor diverse materialen. In deze raming wordt uitgegaan van een lichte afname van deze kosten. Met een daling van 2% tot 1,2 miljoen euro is bij deze raming rekening gehouden. Dit is ruim 2,5% minder dan de afname van de bedrijfsomvang.

Arbeidskosten nagenoeg onveranderd  
De arbeidskosten zijn voor een gemiddeld pot- en perkplantenbedrijf in 2023 nagenoeg onveranderd gebleven. Ondanks de toename van de cao-lonen konden door beperking van de inzet van arbeid voor de teelt door een lager productievolume de kosten per bedrijf in de hand worden gehouden. Per vierkante meter zijn de arbeidskosten wel toegenomen. De kosten voor betaalde arbeid blijven hierdoor voor het gemiddelde pot- en perkplantenbedrijf rond de 650.000 euro per jaar.

Energiekosten nemen sterk af  
Na een sterke toename van de energiekosten in 2022 hebben telers in 2023 de kosten kunnen verlagen. Bedrijven zijn in 2023 net als in 2022 selectiever omgegaan met het gebruik van energie. Bedrijven bespaarden bijvoorbeeld door nieuwe technische uitrustingen, zoals energieschermen of gebruik te maken van led, extensiveerden (met negatieve gevolgen voor de productie), en hebben soms hun energiemanagement geoptimaliseerd. Samen met de tendens van lagere inkoopprijzen bij een lager gebruik, van met name elektra, en een andere structuur van het gemiddelde pot- en perkplantenbedrijf komen volgens deze raming de energiekosten fors lager uit. Voor 2023 is een bedrag van een kleine 280.00 euro per bedrijf ingerekend, een daling van bijna 26%. Wel is dit onderdeel van de raming met de nodige onzekerheid omgeven. Individuele bedrijfskeuzes van bedrijven kunnen sterk invloed hebben op de uitkomsten. Het aandeel in de totale kosten loopt daarom met 3% terug tot 11% van de totale kosten.

Materiële activa 2% lager
De afschrijvingen, als onderdeel van de materiële activa, liggen in 2023 met gemiddeld een kleine 185.000 euro iets lager dan in 2022, toen er een sterke stijging was ten opzichte van 2021. Een verklaring voor de toenemende afschrijvingen waren toen de gestegen investeringen, vooral in ledverlichting, machines en installaties. Ook dit jaar werd hierin geïnvesteerd waardoor deze afschrijvingen op niveau bleven. De afschrijvingen voor gebouwen daalden echter. Onderhoud en huur, een andere belangrijke kostenpost, bleef onveranderd.

Tot slot zijn de financieringslasten een stuk lager dan een jaar eerder. Veelal konden investeringen uit eigen middelen worden betaald, wat het aantal leningen bij de bank verkleinde. De rente op eventuele nieuwe leningen steeg wel.

De kosten per gemiddeld bedrijf kunnen zich anders ontwikkelen dan die per vierkante meter. Om de ontwikkelingen per vierkante meter te bekijken kunt u hier klikken.






Referenties



Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


Naar boven