Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Sectoren > Pluimveehouderij
     
Pluimveehouderij
Kies een thema
Algemeen

Economie

Maatschappij

Milieu

 
  
  
Kies een indicator
Contactpersoon
Peter van Horne
0317-484645
 

Deze informatie voor andere sectoren
  • Pluimveehouderij
  • Varkenshouderij
  • Vleeskalverhouderij
  • Aardappel
  • Van melk naar melk en zuivel
  • Granen
  • Groenten en fruit
  • Suiker
  • Eieren
  • Sierteelt

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >

Structuur van de keten - Pluimveehouderij

De pluimveevleesketen
11-12-2023

Pluimveevlees is een verzamelnaam voor meerdere soorten vlees die geproduceerd worden door bedrijven met pluimvee. Vleeskuikens vormen de grootste deelsector, op ruime afstand gevolgd door eenden en kalkoenen. In 2022 waren er 620 bedrijven met vleeskuikens, 45 bedrijven met eenden en 28 bedrijven met kalkoenen. De toegevoegde waarde van het vleespluimveecomplex (het geheel van de primaire sector, verwerking, toelevering en distributie) was in 2021 1.290 miljoen euro, het complex biedt werkgelegenheid aan 11.400 personen (arbeidsjaren).




Productieketen
De keten voor de productie van pluimveevlees kent vele opeenvolgende schakels. De keten voor de productie van pluimveevlees kent vele opeenvolgende schakels. Elke schakel is gespecialiseerd in het voortbrengen van een product dat geleverd wordt aan de volgende schakel. De figuur geeft de opbouw van de keten van pluimveevlees. De keten begint met de vermeerdering. Dit zijn bedrijven met ouderdieren die broedeieren produceren. Op circa 170 bedrijven worden in totaal 4,7 miljoen ouderdieren gehouden. In de volgende schakel, de kuikenbroederij, worden de broedeieren uitgebroed tot eendagskuikens. Vervolgens worden de eendagskuikens geleverd aan de vleeskuikenhouders. Op 620 vleeskuikenbedrijven worden, in een periode van 6 tot 8 weken, vleeskuikens gehouden tot een eindgewicht van 2,0 tot 3,0 kg. De kuikens worden vervolgens geleverd aan een slachterij. In Nederland worden in 14 slachterijen vleeskuikens geslacht met een totale productie van 894.000 ton geslacht gewicht. Een belangrijk deel van de aanvoer van de Nederlandse slachterijen betreft vleeskuikens uit België en Duitsland.

Beter Leven Keurmerk
Een belangrijke verandering in de vleeskuikenhouderij is de omschakeling naar langzaam groeiende vleeskuikens. Deze ontwikkeling is in gang gezet in 2007 met de introductie van het Beter Leven Keurmerk. Tot 2013 is de verkoop van vers pluimveevlees met het Beter Leven Keurmerk met 1 ster (BLK 1 ster) geleidelijk gestegen. In 2013 is de Kip van Morgen geïntroduceerd. Dit is een concept met een langzaam groeiend kuiken, maar de houderij-eisen zijn minder vergaand dan bij BLK 1 ster. Tussen 2014 en 2017 zijn alle Nederlandse supermarkten overgeschakeld naar verkoop van Kip van Morgen concepten. Elke supermarktketen gebruikte daarbij een eigen merknaam in de winkel. De volgende stap was het besluit van de Nederlandse supermarktketens om uiterlijk 2023 over te schakelen naar BLK 1 ster pluimveevlees, met de daarbij horende houderij-eisen. Dit betekent dat in de Nederlandse supermarkten in het vers-segment vanaf 2024 uitsluitend pluimveevlees verkocht wordt dat is geproduceerd volgens de eisen van het BLK 1 ster. De vleeskuikenhouders houden vleeskuikens van een langzaam groeiend ras, de minimumleeftijd bij slacht is 56 dagen, de bezetting in de stal is maximaal 25 kg per m2, de stal heeft daglicht, er is verrijking in de stal en de dieren hebben toegang tot een overdekte uitloop.

Ontwikkeling naar nieuwe concepten
Door de omschakeling naar de Kip van Morgen concepten en later naar een houderij volgens het BLK 1 ster kunnen vleeskuikenhouders minder dieren houden in een stal. Is in de reguliere stal een bezetting op de eerste dag van 20 tot 22 kuiken per m2 gebruikelijk, bij BLK 1 ster is de bezetting 10 tot 12 kuikens per m2. Dit betekent dat een volwaardig bedrijf met 90.000 reguliere kuikens nog circa 50.000 kuikens kan houden in dezelfde stallen. Het gevolg is dat het aantal dierplaatsen in Nederland vermindert. Op basis van koepelorganisatie AVINED cijfers is een berekening gemaakt van het aantal vleeskuikens dat elk jaar wordt opgezet op de Nederlandse bedrijven. De laatste jaren is het aantal vleeskuikens gestaag gedaald, van 410 miljoen in 2015 naar 326 miljoen in 2021 en 312 miljoen in 2022. Dit is het gevolg van de omschakeling naar concepten met een lagere bezetting en het feit dat de bestaande staloppervlakte in Nederland gelijk blijft omdat er amper nieuwe stallen bijgebouwd worden. In de Avined cijfers kan ook onderscheid gemaakt worden tussen reguliere rassen en langzaam groeiende rassen. In 2015 was het aandeel langzaam groeiende rassen circa 10% om vervolgens snel te stijgen tot 30% in 2018 en 42% in 2022. De verwachting is dat het aantal kuikens opgezet in Nederland verder zal dalen en dat het aandeel langzaam groeiende kuikens stijgt naar 50%. Einde 2023 worden er geen Kip van Morgen kuikens meer gehouden en worden alle langzaam groeiende kuikens gehouden volgens BLK 1 ster.

Keten van Beter Leven 1 ster
Als gevolg van de toezegging van de Nederlandse supermarkten om nog uitsluitend pluimveevlees van BLK 1 ster kuikens te verkopen, moesten vleeskuikenhouders omschakelen. Veel bedrijven met Kip van Morgen concepten en ook bedrijven met reguliere vleeskuikens werd gevraagd om te schakelen. Knelpunt hierbij was de bouw van een overdekte uitloop. Dit vraagt extra financiering en een nieuwe vergunning. Veel vleeskuikenbedrijven kregen een aanbod om voor vijf jaar kuikens te leveren tegen een gegarandeerde opbrengstprijs. Hiertegenover staan echter duidelijke ketenafspraken. Drie slachterijen in Nederland leveren BLK 1 ster kuiken voor de verschillende supermarktconcepten. Elke slachterij heeft hierbij haar voorwaarden wat betreft de partners waarmee in de keten wordt samengewerkt. Plukon geeft de vleeskuikenhouder de keuze uit 6 voerfabrieken en 3 kuikenbroederijen, Storteboom werkt uitsluitend met voerfabriek de Heus en 3 kuikenbroederij en Esbro werkt uitsluitend met voerfabriek ForFarmers en 2 kuikenbroederij. Voor de vleeskuikenhouder betekent werken met BLK 1 ster dus minder vrijheid in keuze van de ketenpartners. Hiertegenover staat zekerheid van afzet voor vijf jaar en een gegarandeerd inkomen of marge (voerwinst).

Tweedeling
De bedrijven met reguliere vleeskuikens produceren pluimveevlees voor de buitenhuishoudelijke markt (foodservice) of voor de export (vooral Duitsland en het VK). Deze vleeskuikenhouders houden vleeskuikens volgens de EU-standaard en eventuele aanvullende eisen van de marktpartijen. In het algemeen is er een vrije keuze van voerfabrikant en kuikenbroederij. De vrije markt bepaalt de opbrengstprijs en deze marktprijs kan sterk variëren afhankelijk van het vraag en aanbod. In tegenstelling tot de vleeskuikenhouder met het Beter Leven keurmerk is er geen enkele garantie voor een redelijk inkomen.









Referenties





Structuur van de keten - Eieren

De eierketen in beeld
11-12-2023

In de leghennenhouderij worden eieren geproduceerd voor humane consumptie. De eieren worden als tafelei rechtstreeks verkocht aan consumenten of via de eiproductenindustrie als eiproduct gebruikt in allerlei voedingsmiddelen. De toegevoegde waarde van het legpluimveecomplex (het geheel van de primaire sector, verwerking, toelevering en distributie) was in 2021 360 miljoen euro met werkgelegenheid voor 4.400 personen (arbeidsjaren).


Productieketen
In de keten van eieren is elke schakel gespecialiseerd in het voortbrengen van een product dat geleverd wordt aan de volgende schakel. De figuur geeft de opbouw van de keten. Boven in de keten bevinden zich de opfok- en legbedrijven met legouderdieren. Deze bedrijven leveren de broedeieren aan de kuikenbroederijen. De eendagskuikens worden door de broederijen geleverd aan 120 opfokbedrijven. Hier worden de jonge hennen gehouden tot een leeftijd van 17 a 18 weken. In de Nederlandse situatie zijn deze drie schakels geïntegreerd. Dat betekent dat de broederijen deze schakels aansturen, waarbij pluimveehouders in de voorgaande schakel (bedrijven met legouderdieren) alsook de volgende schakel (opfokbedrijven) dieren houden volgens contractvoorwaarden. De dieren zijn eigendom van de broederij en de pluimveehouder krijgt een vergoeding voor de verzorging van de dieren en het beschikbaar stellen van de stal.

De jonge hennen gaan van de opfokbedrijven naar het leghennenbedrijf. In deze schakel worden eieren geproduceerd op circa 800 bedrijven met 33 miljoen leghennen. De eieren worden gesorteerd en verpakt in pakstations en een deel van de eieren (25 tot 30%) wordt verwerkt tot eiproduct dat gebruikt wordt als ingrediënt in de voedingsmiddelenindustrie. Producten met veel eiproduct zijn sauzen/mayonaise, banket en pasta. Zoals de figuur aangeeft is er op elk niveau in de keten sprake van export. Broederijen exporteren broedeieren, eendagskuikens en jonge hennen, pakstations exporteren een groot deel van de eieren en voor de eiproductenindustrie is de export van eiproduct (vloeibaar of gedroogd product) belangrijk.

Soorten eieren
In de EU worden vier houderijsystemen onderscheiden: kooi, scharrel, vrije uitloop en biologisch. In 2022 was de verdeling in Nederland als volgt: 12% van de hennen in koloniehuisvesting (kooi), 60% scharrelhennen, 20% scharrelhennen met vrije uitloop en 8% biologische hennen (Avined, 2022). Deze verdeling is de laatste jaren weinig veranderd.

De Nederlandse supermarkten hebben een groot aandeel (circa 90%) in de verkoop van tafeleieren. Naast supermarkten worden er tafeleieren verkocht via weekmarkten of op de boerderij. In supermarkten worden vooral eieren verkocht met het Beter Leven keurmerk (BLK). Het BLK stelt hogere eisen aan de houderij van leghennen dan de EU-regelgeving. De eieren met BLK 1 ster komen van scharrelbedrijven met een overdekte uitloop en eieren met BLK 2 sterren voldoen aan extra eisen met verrijking in de vrije uitloop. BLK 3 sterren zijn biologische eieren of de eieren zijn geproduceerd in nieuwe stalsystemen (zoals Rondeel en Kipster). Volgens de Monitor Duurzaam Voedsel (Logatcheva, 2022) was het aandeel duurzaam in de bestedingen van eieren in supermarkten in 2021 82%. In de foodservice was het aandeel duurzaam fors lager, namelijk 15%. In de foodservice is communicatie van duurzaamheidsaspecten van voedsel vaker een business-to-business aangelegenheid dan in de retail (Logatcheva, 2022). Het eierschap in de supermarkt heeft een breed assortiment eieren naar houderijsysteem (scharrel, vrije uitloop, biologisch), kleur van de eieren (wit en bruin), gewicht/grootte (M, L of XL) in combinatie met allerlei soorten verpakking (6,10 of 12 stuks in karton of plastic). Het aandeel eieren met een onderscheid naar voeding van de leghennen is zeer beperkt met als voorbeelden mais- of omega-eieren.

Ketens voor concepten
Bijna alle eieren verkocht in Nederlandse supermarkten worden geproduceerd volgens een hogere standaard dan de EU-eisen. Dit betekent dat de leghennenhouder de hennen houdt volgens een bepaalde standaard. In het algemeen gesteld zijn er voor de voorgaande schakels geen aparte regels en ook worden dezelfde rassen gebruikt voor de verschillende houderijsystemen. Dit betekent dat vanaf het leghennenbedrijf de eieren apart gehouden worden in de verdere keten. Het zijn wel dezelfde pakstations en eiproductenfabrikanten die eieren verwerken. Omdat de eieren op het leghennenbedrijf geprint worden met een code voor houderijsysteem en bedrijfsnummer, ontstaan aparte stromen per concept. Als gevolg van nieuwe EU-regels wordt in de biologische sector wel gewerkt met een aparte keten. Ouderdieren en opfokleghennen moeten ook biologisch gehouden worden en ook het biologisch voer komt van gespecialiseerde voerfabrieken.

Vogelgriep
De laatste jaren waren er in het voorjaar en najaar regelmatig uitbraken van vogelgriep. Kippen besmet met hoog pathogeen aviaire Influenza (vogelgriep) moeten volgens EU-wetgeving geruimd worden. In 2022 waren er gedurende het hele jaar uitbraken op vogelgriep op pluimveebedrijven. Tijdens een lange periode was er een zogenaamde ophokplicht om hennen met vrije uitloop binnen te houden. Gevolg was dan ook dat in de winter en voorjaar van 2023 in veel winkels geen vrije- uitloopeieren beschikbaar waren. Veel consumenten moesten kiezen voor scharreleieren. De pluimveehouder werd geconfronteerd met lagere opbrengstprijzen. Voor de langere termijn is het onzeker of Nederland voldoende vrije-uitloopeieren kan leveren aan de Nederlandse en Duitse supermarkten. Mogelijk gaat dit segment verdwijnen.





Referenties





Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


Naar boven