Stikstofbemesting per ha - Staldierhouderij
|
Stikstofgebruik bestaat vooral uit dierlijke mest
|
| 21-12-2023 |
Op de staldierbedrijven waarop het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) is gericht, is gemiddeld circa 22% van de gebruikte stikstof afkomstig uit kunstmest en circa 78% uit dierlijke mest. Overige organische meststoffen zoals compost worden nauwelijks gebruikt (<1%).
|
In de periode 2006-2014 is de verhouding stikstof uit kunstmest en uit dierlijke mest geleidelijk aan gestegen. Als gevolg van lagere fosfaatnormen en verhoogde stikstofwerkingscoëfficiënten voor varkensmest, is het gemiddelde dierlijke mestgebruik sinds 2006 afgenomen. Veehouders zijn de stikstof in dierlijke mest veel efficiënter gaan benutten, mede door het direct onderwerken van dierlijke mest.
De bemesting van stikstof uit kunstmest per ha schommelt in de periode 2006-2022, waarbij de kunstmestgift wel een aantal jaren duidelijk hoger is geweest (waaronder in 2022). Die stijging is mogelijk het gevolg van het grotere aandeel grasland waarop meer kunstmest is gestrooid. Hoge kunstmestprijzen en de efficiëntere benutting van stikstof in dierlijke mest zorgen op langere termijn mogelijk voor een afname in het gebruik van stikstofkunstmest. In 2022 lag de kunstmestgift op staldierbedrijven in de Zandregio met circa 57 kg stikstof per ha op een hoger niveau dan in 2018 (46 kg stikstof per ha).
De berekening van de nutriëntengebruiken uit dierlijke mest per ha cultuurgrond kan via twee routes verlopen. Route 1 begint bij het berekenen van de mestproductie per bedrijf via de stalbalans. Hierbij wordt de hoeveelheid nutriënten in geproduceerde mest berekend door te kijken naar het verschil tussen het totaal van de nutriënten in het voerverbruik en de vastlegging in dieren en dierlijk product. Als de uitkomst van de stalbalans niet plausibel is, dan wordt een forfaitaire waarde gehanteerd voor de mestproductie. De forfaitaire mestproductie wordt berekend door de aanwezige dieren te vermenigvuldigen met productieforfaits per dier. De geproduceerde mest (via stalbalans of forfaitair berekend) minus de afvoer van dierlijke mest, plus de aanvoer van dierlijke mest en gecorrigeerd voor voorraadmutaties in dierlijke mest is beschikbaar voor bemesting. Als de uitkomst van de berekening van de bemesting per ha niet plausibel is, dan wordt route 2 gevolgd. Bij route 2 worden de uitgereden hoeveelheden dierlijke mest (in tonnen of kuub) vermenigvuldigd met de forfaitaire nutriënteninhoud van de mest.
Op staldierbedrijven is een deel van de nutriëntenbemestingen gebaseerd op basis van productieforfaits en allocaties van mest vermenigvuldigd met de forfaitaire mestinhoud.
|