Bouwplan - Staldierhouderij
|
Bouwplan op staldierbedrijven bestaat vooral uit gras en snijmais
|
| 4-9-2023 |
De staldierbedrijven waarop het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) is gericht, hebben in de afgelopen jaren een vrij stabiel bouwplan. Marktbare gewassen en gras zijn dominant met elk ongeveer een derde van het areaal cultuurgrond.
|
Het aandeel van marktbare gewassen (zoals granen en aardappelen) is 39% in 2022. Dat is wel aanzienlijk lager dan in 2001 toen dat aandeel marktbare gewassen nog 47% was. Daarvoor in de plaats is het belang van snijmais groter geworden. Dat aandeel snijmais groeide sterk van circa 19% in 2001 naar circa 27% in 2022. Sinds 2015 is wel een daling van het aandeel snijmais te zien. In 2022 is het percentage snijmais gelijk aan het voorgaande jaar.
Een reden daarvoor kan de aanscherping van de voorwaarden van de derogatie zijn (toestaan van een hogere bemesting met graasdierenmest dan de norm van 170 kg stikstof per ha). Vanaf 2014 is minimaal 80% grasland vereist om voor derogatie in aanmerking te komen, waardoor het aandeel grasland is toegenomen. Ook staldierbedrijven kunnen deelnemen aan de derogatie. Echter, de meerderheid van de staldierbedrijven zal niet deelnemen vanwege de voorwaarden ten aanzien van het niet mogen gebruiken van staldierenmest voor de bemesting. Voor bedrijven met veeteeltcombinaties kan deelname soms wel interessant zijn door afvoer van staldierenmest en gebruik van graasdierenmest voor bemesting op eigen grond.
|