Stikstofbodemoverschot per ha - Melkveehouderij
|
Verlaging stikstofbodemoverschot
|
22-12-2022 |
De aanvoer en afvoer van stikstof op bedrijfsniveau bepaalt het bedrijfsoverschot en in belangrijke mate ook het bodemoverschot. Op melkveebedrijven in de Veenregio van het Landelijk Meetnet effecten mestbeleid (LMM) is de aanvoer van stikstof via (netto)mineralisatie in 2021 zo’n 91 kg per ha cultuurgrond. Vooral vanwege deze aanvoer is het stikstofbodemoverschot in de Veenregio (2021: 195 kg stikstof per ha) van alle grondsoortregio’s verreweg het hoogst.
|
In 2021 hadden melkveehouders in de Zandregio een bodemoverschot van gemiddeld 102 kg stikstof per ha. Dat is relatief laag in vergelijking met de Klei- en de Veenregio. Melkveehouders in de Lössregio hadden een stikstofbodemoverschot van 100 kg per ha. De collega’s in de Kleiregio (133 kg stikstof per ha) en de Veenregio (195 kg stikstof per ha) zaten daarboven. Door veranderingen in de steekproef in de Veenregio komen kleine fluctuaties in het gemiddelde aandeel veengrond voor die doorwerken in de stikstof aanvoer via (netto)mineralisatie en daarmee in het gemiddelde en de spreiding van bodemoverschot. De spreiding in het stikstofbodemoverschot in 2021 geeft een minimaal (25-procentwaarde) overschot van 146 kg per ha voor de Veenregio. In de andere regio’s ligt die grenswaarde tot bijna 90 kg per ha lager. Voor het maximum (75-procentwaarde) geldt een overschot van 271 kg per ha, wat tot 135 kg hoger is in vergelijking met andere grondsoortregio’s.
Emissie bepaalt mede het bodemoverschot
De afvoer van stikstof door weide-, stal- opslag- en mestaanwendingsemissie bedraagt in 2021 gemiddeld 50 kg per ha op melkveebedrijven. Deze emissie naar de lucht wordt in mindering gebracht op de hoeveelheid stikstof van het bedrijfsoverschot om uiteindelijk het bodemoverschot te berekenen.
Afnemende stikstofdepositie
Naast aanvoerposten in de bedrijfsnutriëntenboekhouding wordt in de bodemboekhouding rekening gehouden met de aanvoer van stikstof door depositie, stikstofbinding door vlinderbloemige gewassen en (netto)mineralisatie op bedrijven met veen- en moerige gronden. Een constante aanvoer van ongeveer 7 kg stikstof per ha op de zandgronden is afkomstig uit stikstofbinding door vlinderbloemige gewassen. De gemiddelde depositie op melkveebedrijven in het LMM is in de periode 2002-2021 gedaald van 31 naar 17 kg stikstof per ha. Op melkveebedrijven in de Veenregio is de stikstofaanvoer door (netto)mineralisatie van organische bodems gemiddeld circa 91 kg per ha. De gemiddelde mineralisatie per ha cultuurgrond neemt af, doordat het aandeel veengrond op melkveebedrijven in de Veenregio is gedaald. In de andere regio’s speelt de mineralisatie niet of nauwelijks een rol.
|