Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Thema's > Handel en afzet
     
Handel en afzet
Kies een indicator
Handel in agrarische goederen - Bedekte teelten, 2024

Bedekte teelten: meer variatie in gewassen, constructies en bouwlocaties
4-3-2024

Onderstaande tekst is een weergave van hoofdstuk 9 uit de uitgave "De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband, editie 2024". Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Economic Research en het Centraal Bureau voor de Statistiek in opdracht van en gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Dit rapport beschrijft de ontwikkeling van de Nederlandse handel in landbouwproducten in 2023. Wageningen Economic Research en CBS maken in deze gezamenlijke uitgave, in opdracht van het ministerie van LNV, de eerste ramingen van de landbouwhandelscijfers voor 2023 bekend en voorzien deze van duiding. Naast inzicht in de export- en importcijfers, voor zowel landbouwgoederen als landbouwgerelateerde goederen, bevat de publicatie verschillende katernen waarin een handelsonderwerp uitgelicht wordt. Voor deze editie zijn de onderwerpen;

-Landbouwhandel in oorlogstijd: Nederlandse handel met OekraĆÆne en Rusland
-De voetafdruk van de invoer van Nederlandse agrarische goederen
-Handel in dierlijke mest en kunstmest ā€“ verschillende markten voor dezelfde nutriĆ«nten
-Bedekte teelten: meer variatie in gewassen, constructies en bouwlocaties

Al deze onderwerpen zijn apart te lezen op agrimatie. Rechts in het oranje vlak kunt u de verschillende hoofdstukken nalezen. Hier staan ook onderwerpen die in eerdere jaren aan bod zijn gekomen. Het verdient de voorkeur om het totale rapport te downloaden.

Het onderstaande artikel geeft onderdelen van hoofdstuk 9 weer. U kunt hier het totale rapport downloaden.


9.1 Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op de ontwikkelingen die er zijn op het vlak van de zogenaamde bedekte teelt in Nederland en daarbuiten. Er is een toename van bedekte teelt in zowel Nederland als daarbuiten, omdat zo kan worden ingespeeld op onder meer veranderingen in het klimaat, de bevolkingsgroei en wensen van de consument(1. Vervolgens komen ontwikkelingen in research en development aan bod, en het belang dat een thuismarkt speelt voor de ontwikkeling van innovaties. Dit katern sluit af met een overzicht van de Nederlandse handel in kasmaterialen.

9.2 Beschermde teelt in kassen, vertical farms en teeltcellen
De kassenbouw omvat transparante omhullingen voor de productie van groenten, snijbloemen, pot/perkplanten, boomkwekerijproducten en fruit. Het meest bekend zijn de glazen kassen in het Westland, Oostland, Aalsmeer, Venlo en omstreken en AgriPortA7 (West-Friesland). Daarnaast komen ook plastic kassen en betreedbare plastic tunnels voor. Gaaskassen en netkappen voor de buitenteelt van fruit zijn ook overkappingen, maar vallen buiten de definitie. De essentie van een kas is dat het zonlicht doorlaat voor groei en ontwikkeling van het gewas en (deels) bescherming biedt tegen buiteninvloeden, zoals neerslag (regen, hagel, sneeuw), te hoge of te lage temperaturen, wind en in toenemende mate plagen en ziekten. Daarnaast verwarmt de zon het klimaat in de kas zonder gebruik van een brandstof. De ontwikkeling van kassen heeft het mogelijk gemaakt dat gewassen vrijwel jaarrond kunnen worden geteeld en de producten in kwantiteit en kwaliteit aan de wensen van de markt kunnen voldoen.

De glastuinbouw in Nederland staat in de wereld op hoog technologisch niveau door de gunstige ligging wat betreft klimaat en afstand tot bevolkingscentra in Europa, in combinatie met het hoge niveau van onderwijs, onderzoek en voorlichting (zie ook Vijverberg, 1996). Het is een voorbeeld van een cluster, in de definitie van Porter (1998). Een cluster bestaat uit onder meer toeleveranciers, primaire producenten, handelaren en dienstverleners op het gebied van kennisontwikkeling, logistiek, financiering en informatietechnologie. In geen enkele andere regio in de wereld liggen deze onderdelen geografisch dichter tegen elkaar aan en nergens anders zijn Ɣl deze onderdelen in de keten van oudsher sterker met elkaar verbonden dan hier in Nederland en in het Westland in het bijzonder.

Het bouwen van kassen vindt niet alleen plaats in Nederland, ook in andere landen zijn kassenbouwers actief. Zo streven landen in de Golfregio naar minder afhankelijkheid van voedselimport, ook omdat klimaatveranderingen, watertekorten en wisselende geopolitieke verhoudingen de voedselvoorziening onvoorspelbaarder maken. In het Saoedi-ArabiĆ« bijvoorbeeld wordt door een investeringsprogramma ā€˜Vision 2030ā€™ gestreefd naar meer voedselzekerheid en zelfvoorziening (zie Saudi Vision 2030). Landbouw is een van vijf strategische sectoren in deze visie en kassenbouw speelt hierin een rol. Uit officiĆ«le statistieken blijkt dat Saoedi-ArabiĆ« ongeveer 3.536 ha kassen had in 2018. Dit zijn (nog) niet allemaal hightech-kassen. Bij de bouw van kassen voor het NEOM-project (zie NEOM vision2030.gov.sa), onderdeel van genoemde visie, zijn ook Nederlandse kassenbouwers betrokken. Twee proefkassen moeten eind 2024 gereed zijn.

De basis voor de huidige export van Nederland is een professionele thuismarkt met een innovatieve sector die is opgebouwd vanuit een netwerk van ondernemers, kennisinstellingen en overheden. De kassenbouwsector heeft hoogwaardige kassen ontwikkeld die over de hele wereld worden geƫxporteerd. Ook andere landen zijn actief met kassenbouw, maar Nederland heeft in de export vanuit de EU een groot marktaandeel, namelijk 58%. Dit komt overeen met een waarde van 374 miljoen euro (zie figuur 9.1). De exportmarkt groeit doordat meer landen onder eigen beheer en onder beschermende omstandigheden kwalitatief en voedselveilig voedsel willen telen (FD, november 2022).




De laatste 10 jaar zijn vertical farming en indoor farming als nieuw teeltsysteem opgekomen. Hierbij vindt de teelt van gewassen en producten plaats in volledig, ook voor licht, afgeschermde ruimten, waarin de productieomstandigheden geheel kunnen worden beheerst en externe invloeden worden geminimaliseerd. Deze productiewijze is in Nederland nog in ontwikkeling. Enkele bedrijven bevinden zich in de opstartfase, er zijn bedrijven die uitbreiden en er zijn bedrijven die failliet gaan. Een uitzondering op deze nieuwe productiewijze vormt de paddenstoelenteelt, de witloftrek, de broeierij en de teelt van microgroenten (zoals slatypen en kruiden): deze productiewijzen worden al decennia uitgevoerd in zogenaamde teeltcellen waarin geen zonlicht wordt binnengelaten.

Het telen in een vertical farm vergt een behoorlijke kapitaalinjectie en er zijn risicoā€™s. Door het ontbreken van zonlicht is de afhankelijkheid van elektriciteit groot. Een hoge elektriciteitsprijs zet het rendement snel onder druk. Dit gebeurde als gevolg van de oorlog in OekraĆÆne in 2022, toen de elektriciteitsprijzen snel stegen. Na juni 2023 daalde de elektriciteitsprijs naar waardes vergelijkbaar met voor de oorlog, zodat de teelt in vertical farms weer rendabel werd. Een tweede risico is de beheersing van ziekten en plagen. Door het ontbreken van de verbinding met het buitenklimaat is quarantainebeleid belangrijk om een uitbraak in een steriele omgeving te voorkomen. De afgelopen paar jaar zijn in Nederland enkele vertical farm-bedrijven gestopt of in faillissement geraakt, andere bedrijven investeren en breiden uit. Het is een hoog volatiele industrie die schakelt tussen pioniersfase, groei, consolidatie en terugval, met alle risicoā€™s die daarbij horen (mondelingen informatie L. van Horen; Van Dijk, 2011).

In het buitenland is vertical/indoor farming verder in ontwikkeling en van grotere omvang. De bedrijven bevinden zich vaak bij metropolen, zoals in China en in Singapore, vanuit het belang van voedselvoorziening dicht bij de consument. De verwachting is dat wereldwijd vertical/indoor farming in omvang en belang zal toenemen, maar dat het overgrote deel van de productie van voedings- en siergewassen in kassystemen zal blijven plaatsvinden. Hierbij zullen meer hybride bedrijven ontstaan met een combinatie van kassen en vertical farming-systemen (Ruijs en Splinter, 2019; mondelinge informatie H. Maters).

De laatste jaren zijn in Nederland combinaties van vertical farming met traditionele kassenteelt opgestart in bijvoorbeeld een snelle teelt als sla. De planten worden opgekweekt in een vertical farm, verdere groei vindt plaats in de kas. Zoā€™n hybride systeem kan tot grote efficiency-verbeteringen leiden (Vakblad onder glas, maart 2023).

Het telen van fruit onder glas is in Nederland de laatste jaren ook toegenomen: in 2010 was er nog 55 ha fruitteelt onder glas, in 2023 ging het om 141 ha. De belangrijkste zachtfruitgewassen die onder glas geteeld worden zijn bramen en frambozen, exclusief de aardbeienteelt.

De groep overig fruit onder glas bestaat voornamelijk uit diverse types bessen. Steeds meer telers kijken naar de mogelijkheden om via onder glas telen hun oogst te vervroegen, met als ultiem doel een jaarrond, rendabele teelt in de kas. Zacht fruit is minder goed houdbaar en import van ver is lastiger; met teelt onder glas proberen Nederlandse telers continuĆÆteit en kwaliteit te leveren aan de consument (Groentennieuws januari 2024). Door de bedekte teelt en het verlengen van seizoenen, zal de fruitteelt onder glas in Nederland de import van zacht fruit beĆÆnvloeden.

9.3 Feiten en cijfers over kassenbouw in Nederland
In Nederland zijn circa 20 bedrijven actief in het opleveren van complete kascomplexen. Ook zijn er nog enkele andere (kleinere) kassenbouwers, onderaannemers en kassenbouwers van tweedehandskassen actief. De bedrijven opereren zowel op nationaal als internationaal niveau, waarbij de bedrijven circa 80% van hun omzet in het buitenland genereren en circa 20% in Nederland. De kassenbouwers zijn in consortia samenwerkingsverbanden aangegaan en bieden wereldwijd complete kassen met installaties aan (turnkeyprojecten). Er zijn participaties van investeerders in kassenleveranciers doordat de verwachting is dat de vraag naar Nederlandse hightechkassen zal groeien (Financieele Dagblad, september 2022; Glasgroenten, september 2021).

In 2007 en 2008 werd in Nederland het grootste areaal kassen gebouwd (ruim 500 ha), een omvang die in de jaren daarna niet meer werd bereikt (zie figuur 9.2). De gemiddelde oppervlakte in de periode 2012-2022 is 1,82 ha per aanvraag. In de periode 2016-2021 waren er relatief veel aanvragen en ook de gemiddelde oppervlakte lag hoger op 2,37 ha per aanvraag (CBS, Statline).




Na de start van de oorlog in OekraĆÆne (februari 2022) liepen de nieuwe orders in Nederland voor kassenbouwers sterk terug. Op basis van de maandgegevens over ontvangen orders en in de betreffende perioden gerealiseerde productie van kassen, kan worden geconstateerd dat er vanaf februari 2022 een grote terugval heeft plaatsgevonden in het totale bedrag aan nieuwe orders voor tuinbouwkassen (zie figuur 9.3). In de periode januari 2018 tot en met juni 2021 werd gemiddeld voor ongeveer 8,6 miljoen euro per maand aan nieuwe orders ontvangen, in de periode na februari 2022 ging het om 4 miljoen euro per maand (Van Galen et al., 2023). De omvang van nieuwe orders is vanaf juli 2023 weer aan het stijgen en ligt nu op gemiddeld 5 miljoen euro per maand (CBS, raming).




9.4 Research & Development (R & D) kasmaterialen: grote rol Nederland
De ontwikkeling van hightechkassen is in Nederland altijd onderwerp van innovatie geweest. Door onder meer de economische crisis van 2007-2008 is omwille van risicospreiding en handhaving van de productie van kassen de aandacht verlegd naar zowel goedkopere varianten van kassen als naar bouwen in het buitenland. In de periode 2013-2015 is de aandacht uitgegaan naar zogenaamde midtechkassen die in opkomst waren in buitenlandse glastuinbouwgebieden, omdat daar de vraag naar betaalbare kassen hoog was. Vanaf 2016 is de nieuwbouw van hightechkassen in Nederland weer opgebloeid, ook door de toenemende aandacht voor verduurzaming, productprestaties en productkwaliteit. Sinds 2005 zet het programma ā€˜Kas als Energiebronā€™ van het ministerie van LNV en de glastuinbouwsector (Glastuinbouw Nederland, voorheen LTO Glaskracht) veel onderzoek naar innovaties op het gebied van energie in gang. Voorbeelden zijn CO2 halen uit buitenlucht, lichttransmissie verhogen door reinigingsstrategieĆ«n, isolatietechnieken en het toepassen van coatings. Ook de elektriciteit producerende kas, de Venlow Energy kas en de Daglichtkas zijn voorbeelden van innovaties.

In EU-wetgeving is vastgelegd dat er schoon oppervlaktewater moet zijn in 2027. Overheden, waterschappen en Glastuinbouw Nederland zetten zich in voor verbetering van de waterkwaliteit door te werken aan nulemissie vanuit de glastuinbouw. Per 2018 is wetgeving in werking getreden dat afval- en drainwater gezuiverd moet zijn van resten van gewasbeschermingsmiddelen. De emissieloze kas is daarmee een uitgangspunt bij nieuwbouw in Nederland. De emissieloze kas is ook een voorbeeld van een exportproduct naar de rest van de wereld.

R&D speelt een voorname rol in de keten met oog op productieprestatie (kwantiteit), productieproces (automatisering/robotisering), productkwaliteit (smaak, kleur, plantvorm, etc.) en verduurzaming op het terrein van energie en gewasbescherming. R&D wordt gedreven door verschillende factoren, zoals de economische ontwikkeling in het betreffende land en de strategie van kassenbouwers om kassen te leveren die zijn toegespitst op lokale omstandigheden (adapted approach), waarbij men afhankelijk van de conjunctuur ook goedkopere versies van kassen kan leveren. Telers kunnen onder beschermde omstandigheden de lokale markt voorzien van producten en/of eventueel combineren met export. Andere factoren die een rol spelen zijn de wereldwijde vraag naar gecertificeerde voedings- en sierteeltproducten, verduurzaming (inputefficiƫntie en emissiereductie), voedselzekerheid (toegang tot verse producten, calorieƫn en voedingswaarde) en digitalisering (big data voor systeemontwerp, bouw en beheer en de ontwikkeling van de autonome kas).

De kasontwikkelingen stellen de teler in staat om op verschillende fronten (tegelijk) verbeteringen door te voeren ten gunste van zijn concurrentiepositie en duurzaamheidsprestatie. De inspanningen op het gebied van R&D hebben de Nederlandse kassenbouwers geen windeieren gelegd. Kassenbouwers bieden de klanten een breder palet aan producten aan, van gebruikte naar midtech- en hightechkassen. R&D wordt daarbij ook gecoƶrdineerd via het platform van kassenbouwers: het AVAG Greenhouse Technology Center. Hierbij spelen Hortivation, de organisatie die in samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen (onder andere TNO en WUR) strategische innovaties snel beschikbaar wil krijgen, evenals het HortiQ-certificaat, een onafhankelijk en objectief kwaliteitssysteem van kassenbouwers, installatiebedrijven en andere toeleveranciers, een belangrijke rol. Een certificaat geeft zekerheid dat geborgde en gecontroleerde kassen aan de standaard van een kwaliteitssysteem voldoen. De kassenbouwontwikkeling vindt niet alleen plaats binnen het glastuinbouwcluster, maar ook steeds meer met partijen daarbuiten. Hierbij kan men denken aan de glasindustrie, folieleveranciers en bedrijven gericht op sensortechnologie (ten behoeve van klimaatregeling en sturing), robotica en dataverwaarding. Een voorbeeld hiervan is het cross-over PPS-project ā€˜Smart materials for greenhousesā€™ van de Topsectoren Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en High Tech Smart Materials, waarin twee kennisinstellingen en zeven (internationale) bedrijven samenwerken aan innovatieve kasomhullingen voor verschillende klimaatzones in de wereld.
9.5 Export kasmaterialen stijgt, import daalt
In 2014 bedroeg de exportwaarde van kasmaterialen 1 miljard euro (figuur 9.4), in 2020 was dit gestegen naar ruim 1,6 miljard in 2020. Voor 2023 wordt de export geraamd op 1,781 miljard euro. In 2023 ging 53% van de export naar EU-landen. De exportgroei is gerealiseerd naar landen buiten de EU.

Van de export in 2023 is 327 miljoen euro wederuitvoer; dit aandeel is vrij stabiel met zoā€™n 18% in de totale uitvoer. Het aandeel van de wereld in de wederuitvoer steeg met 8% in 2023, terwijl het EU-aandeel met 30% afnam ten opzichte van 2022 naar 47% in 2023. Er wordt in 2023 relatief meer geĆÆmporteerd vanuit de rest van de wereld dan uit de EU en beide importstromen zijn in 2023 nagenoeg gelijk aan elkaar.

Het gaat bij deze getallen om de uitvoer van de kasconstructie (exclusief installatiewerkzaamheden). Dit is echter maar een deel van het verhaal, maar cijfers over bijvoorbeeld het glas of de installaties ten behoeve van de kasinrichting zijn niet in de exportcijfers terug te vinden.




De kasmaterialen worden niet allemaal in Nederland geproduceerd; er worden kasmaterialen geĆÆmporteerd, verwerkt en vervolgens geĆ«xporteerd. Kassenbouwers ervaren risicoā€™s van verstoring van de aanvoerketen, zoals bijvoorbeeld door de coronapandemie, disrupties in vaarroutes (zoals de blokkade van het Suezkanaal in maart 2021) of de oorlog in OekraĆÆne. In 2023 is er een stijging van de export (10%) en een daling van de import (-11%) ten opzichte van 2022. De import bedroeg in 2023 1,159 miljard euro (figuur 9.5). Deze veranderingen kunnen het gevolg zijn van wijzigende productiestromen of van tijdelijke prijsverschillen. Pas op termijn is aan te geven of er een trendbreuk is of een tijdelijk effect op de invoer.




Ging het tot de jaren tachtig alleen om de bouw van kasconstructies (het kasgebouw), vanaf de jaren tachtig worden kassen met complete inrichting (productiesystemen en installaties) opgeleverd. De laatste jaren worden ook kassen, inclusief inrichting, gecompleteerd met diensten zoals monitoringssystemen en/of geleverd met teeltmanagement. De laatste twee zijn vooral geĆÆntroduceerd om de bedrijfsleiders op te leiden en de prestaties van de kas te verhogen en te borgen (voor een efficiĆ«nte en doelmatige bedrijfsvoering). Dit laatste hangt ook samen met de ontwikkeling dat steeds meer investeerders van buiten de agrosector kascomplexen neerzetten, waarbij de specifieke expertise ontbreekt om de kassen goed te kunnen managen.

In turnkeyprojecten worden deze kassen als ā€˜totaaloplossingā€™ neergezet, waarbij ook lokale leveranciers worden betrokken en opgeleid uit oogpunt van kostenbeheersing. Doorgaans worden hightechkassen gebouwd, maar de laatste jaren worden ook midtechkassen, zoals plastic tunnelkassen (multitunnels), met hightechinrichting neergezet. Dit laatste vindt vooral in meer (sub)tropische (vochtige) en aride gebieden plaats. In aride gebieden zijn al kassen gebouwd waarbij het kasklimaat volledig wordt geconditioneerd, de waterefficiĆ«ntie hoog is en de emissie van gewasbeschermingsmiddelen tot een minimum wordt teruggebracht. Daar hoort wel een regionale afzetmarkt bij met een hogere productprijs. Een voorbeeld zijn de Arabische Emiraten met een lokale koopkrachtige vraag en de VS (Arizona) voor levering aan omliggende grote steden (Los Angeles en Las Vegas) en aan de metropolen in Noord-Amerika (Ruijs, 2018).
Export kasmaterialen draagt positief bij aan Nederlandse handelsbalans
De handelsbalans van Nederland voor kasmaterialen is 622 miljoen euro positief, maar dit geldt niet voor alle regioā€™s. Los van Duitsland is er een handelstekort van 141 miljoen euro met de rest van de EU-27 landen (figuur 9.6). Voor de totale EU-27 geldt dat de handelsbalans negatiever is geworden door verschuiving van de import naar de rest van de wereld. De belangrijkste exportlanden liggen in Europa en zijn vooral de Nederland omringende landen zoals Duitsland, het VK en BelgiĆ«.




De export naar afzonderlijke landen buiten de EU-27 vertoont een wisselvaliger patroon door het projectmatig verkopen van kassencomplexen in turnkeyprojecten. De belangrijkste bestemmingen buiten de EU-27 zijn het VK, de VS, China en Canada. De export naar China is wisselvalliger dan naar de VS en in 2023 met 58% gedaald ten opzichte van 2022. China eindigt in 2023 op de dertiende plek. De export naar het VK vertoont een stijging van 75% ten opzichte van 2022. De VS blijven redelijk stabiel op de vijfde plek met 126 miljoen euro. Tabellen 9.1 tot en met 9.3 geven aanvullende informatie over de export en import van kasmaterialen.

TabelĀ 9.1
2023(raming)mutatie t.o.v. 2022
Totale exportwaarde (mld. euro)1,810,2%
Waarvan van Nederlandse makelij82%
Aandeel in de landbouwexport1,4%
Totale importwaarde (mld. euro)1,2-11,4%
Aandeel in de landbouwimport1,4%
Belangrijkste exportbestemmingen (mln. euro)
1.Ā Ā Ā  Duitsland3710,15
2.Ā Ā Ā  BelgiĆ«211-0,050
3.Ā Ā Ā  Verenigd Koninkrijk1630,75
Belangrijkste herkomstlanden import (mln. euro)
1.Ā Ā Ā  BelgiĆ«3518
2.Ā Ā Ā  Duitsland260-2
3.Ā Ā Ā  Polen12016
Bron: CBS tot en met november, december door WUR en CBS

TabelĀ 9.2 Grooste stijgers en dalers bij de export van kasmaterialen
2023(raming)
Top 3 landen met absolute toename van de exportwaarde
Verenigd Koninkrijk70%
Duitsland47%
Denemarken23%
Top 3 landen met absolute afname van de exportwaarde
China-24%
Hongarije-11%
Belgiƫ-10%
Bron: CBS tot en met november, december door WUR en CBS

Tabel 9.3 Grootste stijgers en dalers bij de import van kasmaterialen
2023(raming)
Top 3 landen met absolute toename van de importwaarde
Belgiƫ27%
Polen17%
Griekenland11%
Top 3 landen met absolute afname van de importwaarde
Vietnam-59%
China-48%
Spanje-32%
Bron: CBS tot en met november, december door WUR en CBS




Kies een sector
Contactpersoon
Petra Berkhout
070 3358103
 

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >
Referenties
1) Dit hoofdstuk bouwt voort op hoofdstuk 10 uit Jukema et al. (2020).

Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief



naar boven