Inkomen en bedrijfsomvang - Melkveehouderij |
Schaalgrootte en inkomen melkveehouderij
|
1-11-2018
|
Tussen 2000 en 2017 is het aandeel bedrijven met minder dan 50 melkkoeien gedaald van 52% naar 21%. Het aandeel bedrijven met meer dan 250 melkkoeien is minder dan 3%; op deze bedrijven loopt bijna 10% van het aantal melkkoeien in Nederland. Flevoland en Friesland herbergen relatief veel van deze grotere bedrijven. Grotere melkveebedrijven produceren efficiƫnter, in de zin van meer omzet per eenheid input, en behalen daardoor betere economische resultaten dan kleinere melkveebedrijven. De inkomensspreiding binnen grootteklassen is echter groot en stijgt bij een toenemende bedrijfsomvang. Ook in de melkveehouderij zijn de bedrijven die gemiddeld in staat zijn om een marktconforme beloning voor de inzet van eigen arbeid en kapitaal te behalen van bovengemiddelde omvang.
|
Structuur In 2017 waren er 18.062 bedrijven met melkkoeien in Nederland (Landbouwtelling CBS). Een daling ten opzichte van 2010 en 2000 van respectievelijk 9% en bijna 40%. Het overgrote deel van de melkveebedrijven bestaat uit gespecialiseerde melkveebedrijven. De overige bedrijfstypen met melkvee zijn veelal klein in omvang (<50 melkkoeien). Tussen 2000 en 2017 is het aandeel bedrijven met minder dan 50 melkkoeien gedaald van 52% naar 21%. In 2017 had 12% van de melkveebedrijven meer dan 150 melkkoeien. Deze groep melkveebedrijven huisvestte 30% van de 1,7 mln. melkkoeien in Nederland. De ontwikkeling in schaalgrootte in de melkveehouderij gaat gepaard met intensivering. De productie in kg melk per ha en kg melk per koe zijn in deze periode ook toegenomen. Het totale aantal melkkoeien in Nederland is ten opzichte van 2016 licht gedaald als gevolg van de maatregelen uit het Fosfaatreductieplan.
Provinciaal beeld De provincie Overijssel telt in 2017 de meeste bedrijven met melkvee, gevolgd door Gelderland en Friesland. Bijna 3 op 10 bedrijven in Gelderland heeft minder dan 50 melkkoeien. Flevoland en Friesland herbergen relatief veel grotere bedrijven.
Bedrijfsresultaat Deze analyse is gebaseerd op bedrijven uit het Bedrijveninformatienet en geeft het gemiddelde van de periode 2014-2016. In het Bedrijveninformatienet zijn de kleinste bedrijven met een Standaardomzet van minder dan 25.000 euro niet opgenomen.
De groep grootste melkveebedrijven (klasse 5, >250 melkkoeien) behaalt gemiddeld de hoogste inkomens per onbetaalde arbeidsjaareenheid en heeft de beste rentabiliteit. Met de inzet van 100 euro aan kosten, inclusief de berekende kosten voor de inzet van eigen arbeid en kapitaal, wordt gemiddeld 103 euro aan opbrengsten behaald in de periode 2014-2016. Hierbij is er een meer dan marktconforme beloning voor de inzet van eigen arbeid en kapitaal. Deze groep bedrijven heeft een intensievere bedrijfsvoering, wat zich kenmerkt in een hoge melkproductie per ha, en een hogere arbeidsproductiviteit: een groot aantal koeien per arbeidsjaareenheid. Naast hogere opbrengsten, voor een belangrijk deel bestaande uit het verkopen van melk, maakt deze groep ook hogere kosten door het inzetten van betaalde arbeid. Daarnaast zijn ze zwaarder gefinancierd. Het hogere aandeel betaalde kosten maakt ze kwetsbaarder. De beschikbare uren worden op efficiƫnte wijze ingezet getuige de hogere Standaardverdiencapaciteit (SVC) per aje en de minste tijd die nodig is om een kg melk te produceren. Een groot bedrijf levert niet per definitie een hoger inkomen op. Twintig procent van de bedrijven uit klasse 5 behaalt een negatief inkomen van meer dan 10.000 euro.
De bedrijven uit klasse 1 (minder dan 50 melkkoeien) behalen gemiddeld wel een positief inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje van ongeveer 15.000 euro. Dit realiseren zij dankzij de inzet van veelal eigen arbeid en kapitaal. De opbrengsten op de kleinere bedrijven bestaan voor een groter deel uit subsidies (onder andere bedrijfstoeslagen) en overige opbrengsten, en zijn ruim voldoende om de betaalde kosten te dekken. Ook op de bedrijven tot 250 melkkoeien (klasse 2, 3 en 4) wordt de arbeid in belangrijke mate geleverd door gezinsleden. Berekende arbeidskosten worden niet daadwerkelijk uitbetaald waardoor de eigen arbeid naast het eigen vermogen zorgt voor een buffer en lagere kwetsbaarheid. Aan de betaalde kostenkant loopt het aandeel van de verschillende kostensoorten tussen de bedrijven niet veel uiteen. De kleinste bedrijven besteden meer activiteiten op het bedrijf uit, wat resulteert in een hoger aandeel in de algemene kosten en de kosten voor werk door derden.
Resultaat melkveebedrijven naar grootteklasse, gemiddeld per bedrijf, 2014-2016 |
Bedrijfsopzet | | < 50 koeien | 50-100 koeien | 100-150 koeien | 150-250 koeien | >250 koeien | Aantal bedrijven (aandeel per klasse in %) | 16.550 | 17 | 43 | 27 | 10 | 3 | Aantal melkkoeien | 98 | 35 | 73 | 120 | 189 | 316 | Melkproductie | 809.860 | 253.660 | 580.430 | 988.640 | 1.663.960 | 2.689.710 | Melk per ha voederoppervlak | 15.640 | 11.230 | 14.790 | 17.410 | 20.410 | 20.610 | Melkproductie per koe | 8.240 | 7.330 | 7.970 | 8.220 | 8.810 | 8.520 | Arbeidsinzet (aantal arbeidsjaareenheden) | 1,8 | 1,2 | 1,5 | 2,2 | 2,5 | 3,8 | w.v. onbetaalde aje | 1,5 | 1,2 | 1,4 | 1,7 | 2 | 2,1 | Arbeidsinzet (volwaardige uren) | 4.240 | 2.740 | 3.530 | 5.150 | 5.910 | 9.010 | Idem in uren per 100 kg melk | 0,5 | 1,1 | 0,6 | 0,5 | 0,4 | 0,3 | SVC per aje (x 1.000 euro) a) | 56 | 30 | 52 | 55 | 79 | 84 | Economisch resultaat (in euro) | | | | | | | Totaal opbrengsten | 376.000 | 121.100 | 274.100 | 462.200 | 732.800 | 1.275.600 | landbouwproducten (%) | 88 | 85 | 87 | 89 | 89 | 91 | subsidies (%) | 7 | 9 | 7 | 7 | 7 | 6 | overig (%) | 5 | 6 | 5 | 4 | 5 | 3 | Totaal betaalde kosten | 334.500 | 103.600 | 242.000 | 413.200 | 661.400 | 1.132.900 | Inkomen uit bedrijf, per onbetaalde aje | 27.700 | 14.800 | 24.200 | 28.400 | 36.400 | 68.000 | idem, P20 | -1.000 | -1.900 | 2.300 | -5.000 | -10.100 | -10.500 | idem, P80 | 49.600 | 25.100 | 42.000 | 55.400 | 79.700 | 123.200 | Inkomen in % van opbrengsten | 11 | 14 | 12 | 11 | 10 | 11 | Solvabiliteit (%) | 68 | 86 | 69 | 60 | 59 | 55 | Langlopende schulden per kg melk | 1,2 | 0,6 | 1,1 | 1,3 | 1,3 | 1,4 |
|