Inkomen en bedrijfsomvang - Akkerbouw |
Schaalgrootte en inkomen akkerbouw
|
1-11-2018
|
Tussen 2000 en 2017 is het aandeel bedrijven met minder dan 25 ha cultuurgrond gedaald van 57% naar 51%. Het aandeel grote akkerbouwbedrijven met meer dan 100 ha bedraagt een kleine 10%; op deze bedrijven is bijna 40% van het areaal akkerbouwgewassen in bewerking. De groep grootste akkerbouwbedrijven (> 200 ha) produceren efficiƫnter, in de zin van meer omzet per eenheid input, en behalen daardoor gemiddeld betere economische resultaten. Binnen de verschillende grootteklassen is er een grote inkomensspreiding. Een grote groep akkerbouwbedrijven is te klein om een marktconforme beloning voor inzet van eigen arbeid en kapitaal te realiseren. Dit zal een belangrijke drijvende kracht blijven achter schaalvergroting enerzijds en het vinden van aanvullende inkomstenbronnen anderzijds.
|
Structuur In 2017 waren er 10.685 gespecialiseerde akkerbouwbedrijven in Nederland (Landbouwtelling CBS). Dat betekent een daling van 11% en 28% ten opzichte van respectievelijk 2010 (11.960) en 2000 (14.800). Tussen 2000 en 2017 is het aandeel bedrijven met minder dan 25 ha cultuurgrond gedaald van 57% naar 51%. In dezelfde periode nam het aandeel grotere akkerbouwbedrijven (met meer dan 100 ha) toe van 4% naar een kleine 10%. Deze groep bedrijven beteelde 37% van de totaal 444.000 ha cultuurgrond in gebruik op deze akkerbouwbedrijven. Daarmee droeg in deze sector, evenals in andere sectoren van de landbouw, een relatief kleine groep bedrijven bij aan een aanzienlijk (en toenemend) deel van de productie.
Bedrijfsresultaat Deze analyse is gebaseerd op bedrijven uit het Bedrijveninformatienet en geeft het gemiddelde van de periode 2014-2016. In het Bedrijveninformatienet zijn de kleinste bedrijven met een Standaardomzet van minder dan 25.000 euro niet opgenomen. Daarom wijkt de indeling in grootteklassen af van de hierboven gepresenteerde indeling bij Structuur gebaseerd op de Landbouwtelling van het CBS.
De groep grootste akkerbouwbedrijven (klasse 5, >200 ha) behaalt gemiddeld de hoogste rentabiliteit en inkomens per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Met de inzet van 100 euro aan kosten, inclusief de berekende kosten voor de inzet van eigen arbeid en kapitaal, werd er in de periode 2014-2016 111 euro aan opbrengsten behaald. Hierbij is er een meer dan marktconforme beloning voor de inzet van eigen arbeid en kapitaal. Dit is vooral te danken aan hogere opbrengsten. Deze bedroegen gemiddeld 5.300 euro per ha. Ongeveer 80% hiervan bestond uit gewasopbrengsten. Dat de opbrengsten per hectare in deze categorie hoger zijn, komt onder andere door hogere gewasopbrengsten. Daarnaast is het bouwplan gemeten in gemiddelde Standaardomzet per ha (SO/ha) intensiever. Het intensievere bouwplan, bestaande uit een groter aandeel aardappelen, uien en groenten, zorgt anderzijds ook voor hogere kosten per hectare. De aanwezige arbeid op de grootste bedrijven wordt efficiĆ«nter ingezet. Dit komt onder andere tot uiting in de laagste arbeidsinzet in uren per ha. Die inzet wordt voor ruim de helft door betaalde krachten geleverd. De schulden per hectare bedragen in die klasse bijna 14.000 euro per hectare en zijn hoger dan bij de andere groepen. Gesteund door de hoge waarde van grond is de solvabiliteit meer dan 70%. De bedrijven uit klasse 1 (<50 ha) worden gerund door Ć©Ć©n ondernemer zonder betaalde krachten. Naast de opbrengsten uit de verkoop van gewassen zijn overige opbrengsten van meer belang dan bij de grote bedrijven. Te denken valt aan opbrengsten uit verbrede landbouw, verhuur van machines of werk voor derden. Gemiddeld wordt er in deze groep bijna 24.000 euro verdiend, maar bij 20% van de bedrijven gaat het inkomen meer dan 20.000 euro in de min. Anderzijds behaalt 20% van de bedrijven een inkomen dat vergelijkbaar is met het gemiddelde uit klasse 2. De rentabiliteit blijft steken op ruim 80%, wat inhoudt dat de arbeid van de ondernemer en de inzet van zijn vermogen niet marktconform worden beloond. Omdat de opbrengsten wel hoger zijn dan de betaalde kosten is er geen direct gevaar voor de continuĆÆteit. De solvabiliteit van 81% is hoog en de langlopende schulden per ha zijn relatief laag. De meer ānormaleā akkerbouwbedrijven (klassen 2 en 3) zitten er qua kenmerken en prestaties in allerlei opzicht tussenin.
Resultaat akkerbouwbedrijven naar grootteklasse, gemiddeld per bedrijf, 2014-2016 |
Bedrijfsopzet | | < 50 ha | 50-100 ha | 100-150 ha | 150-200 ha | > 200 ha | Aantal bedrijven (aandeel per klasse in %) | 7.370 | 54 | 32 | 9 | 4 | 2 | Areaal (ha) | 63 | 32 | 70 | 120 | 172 | 318 | Standaardopbrengst (x 1.000) per ha | 3,4 | 2,7 | 3,3 | 4 | 3,8 | 3,9 | Arbeidsinzet (aantal arbeidsjaareenheden) | 1,4 | 1 | 1,5 | 2,2 | 2,7 | 4,5 | w.v. onbetaalde aje | 1,1 | 0,9 | 1,3 | 1,6 | 1,8 | 2,1 | Arbeidsinzet (aantal volwaardige uren) | 2.940 | 2.000 | 3.230 | 4.850 | 5.950 | 9.780 | Idem in uren per ha | 46,9 | 62,4 | 45,9 | 40,6 | 34,5 | 30,7 | SVC per aje (x 1.000 euro) a) | 60,1 | 35,5 | 61 | 85,6 | 94 | 107,1 | Economisch resultaat (in euro) | | | | | | | Totale opbrengsten | 303.100 | 145.100 | 337.800 | 621.700 | 848.700 | 1.677.900 | landbouwproducten (aandeel) | 74 | 66 | 72 | 80 | 78 | 82 | subsidies (aandeel) | 10 | 10 | 10 | 9 | 10 | 11 | overig (aandeel) | 17 | 24 | 18 | 11 | 12 | 8 | Opbrengsten per ha | 4.800 | 4.500 | 4.800 | 5.200 | 4.900 | 5.300 | Totale betaalde kosten | 260.300 | 129.600 | 288.600 | 527.400 | 718.100 | 1.377.300 | Kosten per ha | 4.200 | 4.000 | 4.100 | 4.400 | 4.200 | 4.300 | Inkomen uit bedrijf, per onbetaalde aje | 46.800 | 23.700 | 48.100 | 66.900 | 85.800 | 163.200 | idem, P20 | -8.400 | -19.700 | 3.500 | 22.600 | na | na | idem, P80 | 87.000 | 48.800 | 97.900 | 122.700 | na | na | Inkomen in % van opbrengsten | 17 | 14 | 18 | 17 | 18 | 21 | Solvabiliteit (%) | 80 | 81 | 79 | 74 | 74 | 73 | Langlopende schulden per ha | 11.500 | 12.000 | 9.300 | 13.300 | 12.500 | 13.900 |
|