Actuele voedselprijzen - Zuivel |
Scherpe melkprijsdaling af boerderij en industrie, prijs in de winkel stabiel
|
31-5-2023
|
De consumentenprijsindex van zuivel is in maart 2023 op 153 punten (2015=100) uitgekomen, 2% hoger dan twee maanden ervoor. De producentenprijsindex en index af boerderij zijn in de afgelopen twee maanden juist met 6% en 16% scherp gedaald, respectievelijk naar 138 punten en 143 punten. De prijzen van melk en zuivel zijn in 2022-2023 relatief hoog ten opzichte van voorgaande jaren. Hoge prijzen van energie en voer hebben de prijzen van zuivel opgestuwd.
|
Prijsontwikkelingen
De consumentenprijsindex (CPI) van zuivel is in maart 2023 geëindigd op ongeveer 153 punten (2015=100). Dit is een stijging van 2% ten opzichte van januari 2023, maar een stabiel niveau ten opzichte van februari. De afzonderlijke zuivelproducten als kaas en kwark, verse halfvolle en magere melk, yoghurt zijn ten opzichte van januari eveneens met 2% in prijs gestegen. Bij houdbare melk en overige zuivelproducten zijn er nauwelijks prijsschommelingen waarneembaar. De consumentenprijsindex van zuivel is relatief hoog en ligt in maart 2023 28% hoger dan in maart 2022.
De producentenprijsindex voor zuivel (PPI) is maart 2023 uitgekomen op 138 punten, 6% lager dan in januari, wat voor een PPI van zuivel een relatief scherpe daling is in twee maanden tijd. Tussen oktober 2020 en oktober 2022 zijn de prijzen van zuivel zowel op de binnenlandse als op de buitenlandse markt gestegen. In de maanden oktober 2022 - maart 2023 zijn de Nederlandse prijzen harder gedaald dan de buitenlandse. Vanaf januari 2023 is op de buitenlandse markt zelfs een prijsstijging waarneembaar. De PPI ligt in maart 2023 5% hoger dan in maart 2022.
De prijsindex af boerderij is in maart uitgekomen op 143 punten. De prijzen af boerderij zijn in de eerste maanden van 2023 relatief scherp gedaald. De index staat 16% lager dan januari 2023, en 21% lager dan de absolute recordhoogte in december 2022. De prijsdalingen in het voorjaar passen in een normaal seizoenspatroon. In 2022 waren de melkprijzen bijzonder hoog. Vanaf halverwege 2020 zijn de prijzen af boerderij verdubbeld. Prijsstijgingen na het voorjaar zijn conform het normale seizoenspatroon. De prijsstijgingen in het voorjaar van 2021 en 2022 waren dat echter niet. Ondanks een scherpe daling in de eerste maanden van 2023, is de prijsindex af boerderij in 2022-2023 relatief hoog. De index ligt in maart 2023 ongeveer 40% hoger dan in maart in de jaren 2021 en 2020.
De belangrijkste reden voor de prijsstijgingen in zuivel zijn marktverstoringen door de oorlog in Oekraïne na de Russische invasie in februari 2022 en de daaropvolgende internationale sancties tegen Rusland en Belarus. Met name de prijzen van energie en voer zijn in de eerste maanden na de invasie enorm gestegen. De marktverstoringen door de oorlog volgen de verstoringen tijdens de coronapandemie in 2020-2021 op. De pandemie leidde juist tot lage af-boerderijprijzen. De prijsstijgingen van de voedselgrondstoffen op de wereldmarkten zijn al in de loop van 2021 ingezet.
Keten Het merendeel van de zuivelproducten wordt door consumenten in Nederland in het supermarktkanaal gekocht. Supermarkten kopen melk en zuivelproducten van de zuivelindustrie, die daarnaast ook een aanzienlijk deel exporteert. Ook wordt consumentenzuivel geïmporteerd. De Nederlandse industrie wordt nagenoeg volledig beleverd door de Nederlandse melkveehouders. Er vindt nauwelijks import van rauwe melk plaats.
Melkveehouderij
In 2022 waren er in Nederland circa 14,7 duizend bedrijven met melk- en kalfkoeien, die gezamenlijk 13,8 miljard kg melk afleveren aan de Nederlandse zuivelindustrie; een relatief klein deel wordt achtergehouden op boerderijen en daar verwerkt (op basis van cijfers van het CBS).
Industrie
In 2021 telde de Nederlandse zuivelindustrie 26 ondernemingen die in totaal 52 productielocaties hebben met een capaciteit groter dan 10 miljoen kg (ZuivelNL). Ongeveer 90% van de gecollecteerde melk wordt verwerkt door vijf coöperaties. Het overgrote deel van de rauwe melk wordt verwerkt in kaas (circa 57%) en melkpoeder (circa 13%).
Afzet Circa 30% van de zuivelproductie blijft in Nederland, 45% wordt binnen de EU afgezet en met name in Duitsland, België en Frankrijk. De Nederlandse zuivelsector is internationaal georiënteerd: het saldo van de handelsbalans bedraagt 4,1 miljard euro. Ongeveer een kwart van de geëxporteerde zuivel verlaat de EU, waarbij China, Verenigde Staten en Verenigt Koninkrijk de drie belangrijkste afzetlanden zijn buiten de EU (ZuivelNL).
De Nederlandse afzetmarkt is overzichtelijker dan de wereldmarkten als het gaat om de opererende zuivelaanbieders en afnemende partijen. Vóór de coronacrisis werd driekwart van de zuivelproducten in Nederland via de retail verkocht en een kwart via de horeca en andere kanalen. Het totaal aan consumentenbestedingen aan zuivel in alle verkoopkanalen voor voedsel in Nederland wordt geraamd op circa 6 miljard euro (op basis van de Monitor Duurzaam Voedsel 2021). Op de Nederlandse retailmarkt zijn de inkooporganisaties van supermarkten Ahold Delhaize (35% marktaandeel), Jumbo (21% marktaandeel) en Superunie (27% gezamenlijk marktaandeel van aangesloten winkelformules) de belangrijkste afzetpartijen voor de zuivelindustrie. Naast de Nederlandse zuivelondernemingen richt zich een aantal vooral grotere Europese zuivelondernemingen op de Nederlandse consument. Het aandeel van deze ondernemingen is relatief klein door een groot competitief voordeel van de Nederlandse ondernemingen.
Op de internationale markten, en met name buiten de EU, zijn zuivelgroothandels (intermediairs) belangrijke afzetpartijen. Zuivelondernemingen uit Nieuw-Zeeland en Australië, Noord-Amerika, andere zuivelondernemingen uit Europa en lokale zuivelondernemingen opereren vaak tegelijkertijd in dezelfde landen als de Nederlandse zuivelondernemingen.
Prijsvorming
In de zomermaanden is er een groter aanbod van melk dan in de wintermaanden. Met toeslagen en heffingen worden boeren aangemoedigd om meer in de winter te leveren. De omvang van de productie is tot april 2015 beperkt geweest door de quotering in het kader van het EU-zuivelbeleid. Per 1 april 2015 zijn de quota komen te vervallen. De prijsondersteuning vanuit het Europees landbouwbeleid is al eerder grotendeels vervangen door directe betalingen.
De prijs die de melkveehouder voor melk ontvangt bestaat uit een aantal componenten. In het geval van FrieslandCampina is het een garantieprijs, de jaarlijkse prestatietoeslag en de uitgifte van ledenobligaties-vast. Melkveehouders die niet aangesloten zijn bij een coöperatie, leveren melk op basis van contracten met de particuliere zuivelindustrie. Vaak wordt de melkprijs van de coöperaties gebruikt als een referentie. Het resultaat van de Nederlandse zuivelondernemingen is afhankelijk van hun prestatie op de binnenlandse en buitenlandse markten. Prijsontwikkelingen in binnen- en buitenland sluiten niet altijd op elkaar aan door verschillen in marktdynamiek. Verschillen in kwaliteit, duurzaamheidseisen en in soorten gevraagde zuivelproducten in binnen- en buitenland spelen hierbij een belangrijke rol.
De voorwaarden en prijzen van zuivelproducten in Nederland komen tot stand via bilaterale contractonderhandelingen tussen zuivelondernemingen en (Nederlandse) supermarkten.
|