Nitraat - Derogatiebedrijven |
Hogere nitraatuitspoeling op derogatiebedrijven door recente droogte
|
23-12-2021
|
Van 2015 tot 2017 lag de gemiddelde nitraatconcentratie in alle grondsoortregioās van het Derogatiemeetnet van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) onder de EU-norm van 50 milligram per liter. Als gevolg van de relatief droge jaren in de periode 2018-2020 zijn in alle grondsoortregioās de concentraties tot 2019 wel toegenomen. In 2020 is de nitraatconcentratie weer iets gedaald in de Klei- en Veenregio. Na sterke stijgingen in 2018 (Lƶssregio) en 2019 (Kleiregio) ten opzichte van het voorgaande jaar, is de nitraatconcentratie vervolgens weer iets gedaald. Voor de Lƶssregio is de waarde voor meetjaar 2020 pas later bekend.
|
Sinds 2014 mogen derogatiebedrijven op zand- en lƶssgrond in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg, maximaal 230 kg N/ha graasdiermest gebruiken (de zandgronden in deze provincies worden daarom aangeduid als Zand-230). Op zandgrond in de overige provincies (aangeduid als Zand-250), en op klei- en veengrond, mogen bedrijven maximaal 250 kg N/ha graasdiermest gebruiken. Bedrijven moeten aan een aantal voorwaarden voldoen waaronder het hebben van tenminste 80% grasland.
In de Lƶssregio en Zand-230regio is de bodem het gevoeligst voor uitspoeling en worden gemiddeld genomen ook de hoogste nitraatconcentraties gemeten. Het gemiddelde in de Lƶssregio halveerde tussen 2007 en 2017 globaal van ongeveer 70 naar circa 35. Vanaf 2015 was de nitraatconcentratie hier gemiddeld lager dan de EU-norm van 50 mg/l. Na 2017 is de concentratie weer toegenomen en ligt het gemiddelde vanaf 2019 boven de EU-norm. In de Zand-230regio was het gemiddelde in 2019 nog net onder de 50 mg/l norm, maar in 2020 is dat gestegen tot 63 mg/l. Droge jaren leiden ertoe dat gewassen minder goed groeien en in het grondwater indikking optreedt. De beschikbare voedingsstoffen kunnen dan uitspoelen naar dieper grondwater. Grondwaterstanden zijn nog niet overal hersteld van de lange droge periode met regionaal erg weinig neerslag.
Bedrijven in de Zand-250 regio tonen, ondanks de hogere mestgiften, waarden die schommelen rond de 20-25 mg/l. Dit heeft te maken met de vaak nattere omstandigheden en hogere gehalten aan organische stof in dit deel van de Zandregio. Dit is gunstiger voor denitrificatie (omzetting van nitraat naar o.a. stikstofgas). Toch steeg de laatste drie jaar het gemiddelde ook hier licht.
In de Kleiregio is de nitraatconcentratie sinds de start van het Derogatiemeetnet relatief stabiel geweest met waarden tussen 10-25 mg/l. In het meetjaar 2019 is er echter sprake van een aanzienlijke stijging naar 42 mg/l, wat in 2020 weer iets was gedaald tot 37 mg/l. Dit laatste jaar was wat minder droog, maar hoewel de waterhuishouding hier sneller herstelt, speelt ook hier de droogte van de voorgaande jaren waarschijnlijk een rol.
In de Veenregio is de nitraatconcentratie die uitspoelt uit de wortelzone het laagst van alle onderscheiden grondsoortregioās, maar stijgt ook even in 2019 (15mg/l), om het jaar erop weer af te nemen naar 12 mg/l. Door de nattere omstandigheden en de hoge organische stofverhouding in veenbodems wordt hier de omzetting van nitraat naar andere stikstofvormen bevorderd.
|