Stikstofbodemoverschot per ha - Derogatiebedrijven |
Stikstofbodemoverschot gestegen in 2018
|
9/8/2020
|
De aan- en afvoer van stikstof op bedrijfsniveau bepaalt naast het bedrijfsoverschot ook in belangrijke mate het bodemoverschot. Het stikstofbodemoverschot op bedrijven in het derogatiemeetnet is daarnaast ook afhankelijk van stikstofaanvoer via depositie, via binding (vlinderbloemigen) en via mineralisatie en van stikstofafvoer door gasvormige verliezen. Het stikstofbodemoverschot op bedrijven in het derogatiemeetnet is in 2018 gestegen naar 187 kg/ha. Het jaar 2018 behoort daarmee tot ƩƩn van de jaren met het hoogste stikstofbodemoverschot in de periode vanaf 2006.
|
Hoger stikstofbodemoverschot in 2018 Het stikstofbodemoverschot op bedrijven in het derogatiemeetnet vertoont een dalende trend in de periode 2006-2018. Deze daling vond vooral plaats na 2013. In 2018 daarentegen is het stikstofbodemoverschot als gevolg van droge weersomstandigheden weer gestegen van 153 kg/ha in 2017 naar 187 kg/ha in 2018. De spreiding tussen bedrijven binnen jaren was echter groot. In 2018 realiseerde 25% van de bedrijven in het derogatiemeetnet een stikstofbodemoverschot lager dan 136 kg/ha, terwijl de 25% bedrijven met het hoogste stikstofbodemoverschot boven 232 kg/ha zaten. Het stikstofbodemoverschot lag in alle jaren het hoogst in de Veenregio als gevolg van de hoge berekende stikstofaanvoer via mineralisatie in deze regio (90 kg/ha in 2018). In 2018 bedroeg het stikstofbodemoverschot in de Veenregio gemiddeld 239 kg/ha. In de regio Zand 250 was het stikstofbodemoverschot het laagst met gemiddeld 148 kg/ha. De regioās Lƶss, Zand 230 en Klei zaten daar tussenin met een stikstofbodemoverschot van respectievelijk 176, 181 en 181 kg/ha.
Daling stikstofdepositie- en stikstofbinding Naast de aanvoerposten die in de berekening van het stikstofbedrijfsoverschot worden meegenomen (voer, kunstmest, dierlijke mest, overige organische mest, dieren en overig), wordt in de berekening van het stikstofbodemoverschot ook rekening gehouden met de aanvoer van stikstof door depositie, stikstofbinding via vlinderbloemige gewassen en mineralisatie op bedrijven met veen- en/of moerige gronden. In de periode 2006-2018 is de stikstofaanvoer via depositie op bedrijven in het derogatiemeetnet gemiddeld gedaald met bijna 10 kg/ha tot 22 kg/ha. De aanvoer als gevolg van stikstofbinding door vlinderbloemige gewassen bedroeg in de beginjaren van het derogatiemeetnet 12 kg/ha, sinds 2010 gaat het om ruim 7 Ć 8 kg/ha en in 2018 is dit verder gedaald naar ruim 6 kg/ha. Op derogatiebedrijven in de Veenregio varieerde de stikstofaanvoer door mineralisatie van organische bodems in de periode 2006-2018 van 86 tot 97 kg/ha. In 2018 ging het om 90 kg/ha. In de andere grondsoortregioās speelde mineralisatie een veel kleinere rol. In 2018 ging het om respectievelijk 20, 5, 5 en 0 kg/ha in de regioās Zand 250, Klei, Zand 230 en Lƶss.
Stikstofafvoer door gasvormige emissie stabiel De afvoer van stikstof door weide-, stal- en opslag- en mestaanwendingsemissie bedroeg in 2018 gemiddeld 58 kg per hectare op bedrijven in het derogatiemeetnet. De gasvormige emissie uit stal en opslag was hierbij het grootst met 30 kg/ha, gevolgd door de gasvormige emissie uit mestaanwending met 27 kg/ha. De gasvormige emissie bij weiden bedroeg slechts 1 kg/ha. In de periode 2006-2018 varieerde de totale emissie van 56 tot en met 64 kg stikstof per hectare, waarbij er geen toe- of afnemende trend was. De totale emissie was in 2018 het laagst in de Lƶssregio met 50 kg/ha en het hoogst in de regio Zand 230 met 61 kg/ha.
|