Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Thema's > Fijnstof
     
Fijnstof
Kies een indicator
Aboluut PM10 - Veehouderij

Fijnstofemissie uit de landbouw daalt
25-11-2022

Fijnstof, de emissie van zwevende stofdeeltjes naar de lucht, kan leiden tot schadelijke effecten op de gezondheid. Bij fijnstof wordt onderscheid gemaakt in PM10 fijnstof en in PM2,5 fijnstof, dit is de fijnere fractie.
Van de fijnstofemissie (PM10) in Nederland is 19% in 2020 afkomstig uit de land- en tuinbouw. Tussen 2019 en 2020 is het aandeel van de landbouw toegenomen van 18 naar 19%, dat komt omdat door de corona de fijnstof emissies van industrie, verkeer en consumenten zijn gedaald en die van de landbouw gelijk zijn gebleven. De totale fijnstofemissie uit de landbouw is gedaald van 6.200 ton in 2015 naar 5.400 ton in 2020.


In het kader van het beleid voor luchtkwaliteit zijn in 1999 door de Europese Unie grenswaarden vastgesteld voor PM10 fijnstof. Voor de fijnere fractie (PM2,5) volgde in 2008 regelgeving. Deze Europese luchtkwaliteitsnormen zijn vertaald in Nederlandse wetgeving (Wet Milieubeheer). In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) werken het Rijk, de provincies en gemeenten samen om overschrijdingen van de wettelijke grenswaarden op te lossen. Elk jaar wordt de voortgang gerapporteerd. In vrijwel heel Nederland lagen in 2020 de berekende concentraties fijnstof onder de Europese grenswaarden. Plaatselijk zijn er nog enkele overschrijdingen. In verschillende binnensteden komt dit door druk verkeer en op het platteland door veehouderijen. Hierdoor voldoet Nederland nog niet overal aan de Europese grenswaarden (https://www.atlasleefomgeving.nl/thema/lucht). In het convenant schone luchtakkoord van 2020 (I&W, 2020) staat het doel om de emissies door de landbouw in 2030 met 37% te reduceren ten opzichte van 2016. Dat wordt gerealiseerd door opkoop van dierrechten en in de melkvee en de varkenshouderij vanaf 2025 door alleen maar een vergunning te geven voor stallen die zowel de ammoniak- als de methaanemissie reduceren bij nieuwbouw en verbouw. Voor de pluimveehouderij is afgesproken dat de fijn stof emissie met stalmaatregelen in tien jaar tijd dienen te worden gehalveerd.



De pluimveesector is met een aandeel van 64% de belangrijkste bron van fijnstof in de land- en tuinbouw, de varkenshouderij staat met 15% op de tweede plek. In gebieden met veel pluimveebedrijven zoals de Gelderse Vallei, De Meijerij, het Peelgebied, en delen van Twente is daarom de concentratie van fijnstof relatief hoog . In de pluimveehouderij verdubbelde de fijnstofemissie tussen 1995 en 2015 als gevolg van de overgang van batterijhuisvesting naar grond- en voliĆØrehuisvesting. Vanaf 2012 is er in de EU een verbod op het houden van leghennen in traditionele kooihuisvesting. Door de omschakeling van kooi- naar grondhuisvestingsystemen in de leghennenhouderij, is het aantal strooiselstallen toegenomen (vleeskuikenhouderij in kooien kwam/komt niet voor). Omdat strooiselstallen relatief stofrijk zijn, nam hierdoor de fijnstofuitstoot toe. De daling tussen 2015 en 2020 van de fijnstofemissie met 800 ton in de landbouw is vrijwel volledig toe te schrijven aan de pluimveehouderij. Dit is onder andere het gevolg van investeringen in technieken om de uitstoot te verminderen. Voorbeelden daarvan zijn droogtunnels en biofilters.

In de rundveehouderij is de fijnstofemissie tussen 1990 en 2005 met bijna 30% gedaald, vooral dankzij een afname van het aantal dieren en van beweiding. Tussen 2005 en 2015 steeg de emissie met 10% door een toename van het aantal dieren. Deze stijging is tussen 2016 en 2020 grotendeels weer ongedaan gemaakt doordat het aantal dieren afnam. De fijnstofemissie is daardoor in 2020 8% lager dan in 2015.
In de varkenshouderij daalde de fijnstofemissie in de periode 1990-2015 met bijna 40%. Deze daling vond vooral na 2005 plaats. De belangrijkste reden is een toename van het gebruik van luchtwassers in varkensstallen. Door meer luchtwassers zet de daling in de varkenshouderij na 2015 door. In 2020 is de fijnstofemissie 15% lager dan in 2015.
De fijnstofemissies van overige bronnen uit de landbouw zijn vrijwel constant. Het betreft voornamelijk emissies die plaatsvinden bij het lossen, laden en aanwenden van kunstmest, het lossen van krachtvoer en het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen. De fijnstofemissie bij het oogsten van hooi en akkerbouwgewassen is sinds 1990 met 16% gedaald doordat er minder wordt gehooid.



Kies een sector
Contactpersoon
Harry Luesink
070 33 58315
 

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >
Referenties


Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief



naar boven