| Jaarprijzen per sector - Vleesvarkenshouderij |
Hogere prijzen van vleesvarkens, lagere voerprijzen
|
18-12-2023
|
De opbrengstprijzen van vleesvarkens zijn in 2023 gestegen (20%). Voer is goedkoper geworden in 2023. Gemiddeld zijn de prijzen van vleesvarkensvoer 13% gedaald ten opzichte van 2022 door goedkopere veevoergrondstoffen.
|
Varkensprijzen hoger door krapper aanbod
>Vanaf het begin van het jaar zijn de prijzen voor vleesvarkens al hoger dan de gemiddelde prijs in 2022. De snelle prijsstijging was het gevolg van het krimpende aanbod in Europa. De vleesvarkensprijs ging in februari met forse stappen omhoog, hield een licht stijgende lijn vast tot juli 2023 en piekte daar op circa 2,40 euro/kg. Onder druk van een lastige vleesafzet daalde de vleesvarkensprijs, maar eindigt het jaar wel boven de 2 euro-grens. De gemiddelde vleesvarkensprijs steeg van 1,71 euro in 2022 naar 2,10 euro per kg in 2023.
Het aanbod aan varkensvlees in de EU in 2023 wordt circa 8% lager geraamd dan in 2022. Vooral in Duitsland, maar ook in België, Denemarken, Spanje en Polen is de productie van vleesvarkens verminderd. In Duitsland is de varkensstapel gekrompen door een stapeling van invloeden, inclusief de coronacrisis, Afrikaanse varkenspest, strengere milieu- en dierenwelzijnsregels en duur voer. Duitse slachterijen kunnen als gevolg van beperkingen door varkenspest nauwelijks vlees buiten Europa afzetten. In sommige landen zijn gemengde bedrijven minder varkens gaan houden, en hebben zij eigen voergranen duur verkocht; de directe opbrengst van voer heeft dan de voorkeur boven een onzekere opbrengst van vleesvarkens. De hoge inflatie en hoge vleesprijzen kunnen leiden tot vraaguitval en daling in de consumptie. In combinatie met een tegenvallende afzet op de wereldmarkt kan dat druk zetten op de opbrengstprijzen voor vleesvarkens.
Gedaalde voerprijzen
Gemiddeld over 2023 zijn de prijzen van vleesvarkensvoer 13% lager dan in 2022. De voerprijzen dalen al vanaf begin 2023. Na de Russische inval in Oekraïne nam de onzekerheid op de graanmarkten sterk toe, waardoor grondstofprijzen sterk stegen. Wereldwijd zijn de markten wat tot rust gekomen, waardoor de prijzen ook weer gedaald zijn. Prijsschommelingen werden niet zozeer veroorzaakt door feitelijke krapte in aanbod, maar door onzekerheid. In vergelijking met de prijsvolatiliteit in het eerste jaar na het begin van de oorlog, zijn recente prijsschommelingen beduidend kleiner en liggen prijzen op een lager niveau. Ook de future-markten voor voergrondstoffen tonen een verwacht gematigd prijsverloop voor de komende paar jaren.
|