Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

     
Noord-Holland
Kies een thema
Algemeen

Economie

Maatschappij

Milieu & Ruimte

 
   
Areaal - Land- en tuinbouw (Noord-Holland)

Noord-Hollandse bedrijven groter dan gemiddeld
30-6-2022
In 2021 besloeg het areaal cultuurgrond in Noord-Holland ongeveer 126.600 ha, wat overeenkomt met 7% van de cultuurgrond in Nederland. Het areaal is al jarenlang nagenoeg ongewijzigd. Meer dan de helft daarvan (69.200 ha) is in gebruik als grasland. Het areaal eiwitrijke gewassen neemt vanaf 2015 jaarlijks gestaag toe tot 1.740 ha in 2021.Het gemiddelde Noord-Hollandse bedrijf is met ruim 37 ha iets (1,5 ha) groter dan het gemiddelde van Nederland. Net na de millenniumwisseling waren de bedrijven in Noord-Holland nog wat kleiner dan gemiddeld. Die schaalgrootteverschillen komen vooral terug bij de akkerbouw- en vollegrondsgroentebedrijven. Het agrarisch grondgebruik daalt ten koste van bebouwd terrein en recreatie.

Het totale areaal cultuurgrond in Noord-Holland is vanaf 2000 met circa 10.000 ha teruggelopen, zo blijkt uit gegevens van de CBS-Landbouwtelling. Die afname vond vooral plaats bij akkerbouwgewassen en grasland en is deels een gevolg van wijzigingen in de samenstelling van de bron (zie referenties onder aan dit artikel). Bij voedergewassen, waar snijmais onder valt, was er tot 2009 een geleidelijke toename, tot ongeveer 7.200 ha. Daarna is het conform de landelijke trend, na een lichte toename in 2020, teruggelopen tot 5.600 ha in 2021.


Eiwitrijke gewassen
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft eind 2020 een Nationale Eiwitstrategie gepresenteerd om de productie van plantaardige eiwitten en de benutting van eiwitten uit reststromen en andere bronnen te vergroten. De Nationale Eiwitstrategie heeft als doel om de komende 5 tot 10 jaar de zelfvoorzieningsgraad van nieuwe en plantaardige eiwitten te vergroten, op een duurzame manier die bijdraagt aan de gezondheid van mens, dier en natuurlijke omgeving (LNV, 2020). Hiermee wordt gehoor gegeven aan de oproep van de Europese Commissie om een nationale strategie op te stellen om Europa meer zelfvoorzienend te maken in haar behoefte aan plantaardig eiwit. Ook in de provincie Noord-Holland wordt ingezet op de teelt van eiwitrijke gewassen (Voedselvisie 2020-2030).

Volgens de definitie van de Europese Commissie gaat het om eiwitrijke gewassen met een ruweiwitgehalte van meer dan 15%, onder te verdelen in oliehoudende zaden, peulvruchten en voederleguminosen (zie onderaan bij referentie welke afzonderlijke gewassen vanuit de CBS-Landbouwtelling zijn meegenomen).

In 2021 werd er in de provincie Noord-Holland op ongeveer 1.740 ha eiwitrijke gewassen geteeld. Sinds 2015 is er jaarlijks een kleine toename ten opzichte van de jaren ervoor. Twee derde van het areaal bestaat in 2021 uit voederleguminosen (onder andere luzerne en klaver). De toename heeft mede te maken met de invoering van de vergroeningsmaatregelen in 2014, en in dit geval van het ecologisch aandachtsgebied (EA). Luzerne en overige groenvoedergewassen zijn teelten die hiervoor ingezet kunnen worden. De oppervlakte voederleguminosen steeg van 800 ha in 2014 naar circa 1.200 ha in 2017 om vervolgens rond deze omvang te stabiliseren. Het areaal van de oliehoudende zaden (onder andere sojabonen en koolzaad) schommelt sinds 2017 rond de 250 ha. Het areaal peulvruchten steeg de afgelopen jaren jaarlijks, tot circa 300 ha in 2021 en is verantwoordelijk voor de toename van het areaal eiwitrijke gewassen.

Vooral veel vollegrondstuinbouw
In totaal maakt de cultuurgrond in Noord-Holland ongeveer 7% uit van de cultuurgrond in Nederland. Dat aandeel is redelijk stabiel maar verschilt zeer sterk tussen de gewasgroepen. Van de Nederlandse oppervlakte opengrondstuinbouw is in 2021 22% gelegen in Noord-Holland. Daarbinnen zijn het vooral de groenten en de bloembollen die een rol spelen. Boomkwekerij en fruit komen juist veel minder voor in Noord-Holland. Glastuinbouw is met 10% relatief sterk vertegenwoordigd, met name bij bloemen en potplanten. Bij voedergewassen is het aandeel slechts 3%. Op veel veehouderijbedrijven is de grondsoort (veen) minder geschikt voor het telen van snijmais. Ook keuzes van ondernemers kunnen echter een rol spelen bij de invulling van het bouwplan, bijvoorbeeld rond weidegang.


Gemiddelde bedrijf groter dan Nederlands gemiddelde
Het gemiddelde Noord-Hollandse bedrijf was in 2021 met ruim 37 ha iets (1,5 ha) groter dan het gemiddelde van Nederland. Net na de millenniumwisseling waren de bedrijven gemiddeld 20 ha groot en waren ze nog wat kleiner dan het landelijke gemiddelde. Die schaalgrootteverschillen komen vooral terug bij de akkerbouw- en vollegrondsgroentebedrijven. De gespecialiseerde bloembollenbedrijven in Noord-Holland zijn kleiner dan gemiddeld. Dit heeft te maken met de uitruil met akkerbouw en grasland op niet-gespecialiseerde bedrijven, wat elders in Nederland vaker voorkomt. Het verschil in bedrijfsgrootte is bij akkerbouw- en glastuinbouwbedrijven vooral na 2009 op gaan lopen. Voor glastuinbouwbedrijven is dat vooral een gevolg van de start van Agriport A7. Ook op de glastuinbouwlocatie Alton-II heeft de laatste jaren uitbreiding plaatsgevonden. Voor de akkerbouwbedrijven is de sterkere groei vooral een gevolg van de grotere krimp van het aantal bedrijven dan landelijk in combinatie met overname van de vrijkomende grond binnen dezelfde sector.


Het agrarische grondgebruik in perspectief
Het grondgebruik in Noord-Holland is voor iets minder dan de helft agrarisch. In 2015 besloeg het agrarische grondgebruik circa 46% van het totale grondgebruik in Noord-Holland. Sinds het jaar 2000 is het agrarische grondgebruik afgenomen met 7.433 ha (-4,5%). Het agrarisch grondgebruik is daarmee samen met het gebruikstype semi-bebouwd terrein als enige sinds 2000 afgenomen. Bij alle andere gebruikstypen is een toename te zien. De grootste toename is te zien bij bebouwd terrein (+4.206 ha), binnenwater (+2.755 ha) en recreatieterrein (+2.731 ha). Deze cijfers zijn ook van het CBS afkomstig maar komen uit een andere databron dan de Landbouwtelling (zie referentie onder aan dit artikel).






Kies een indicator
Deze informatie voor

Kies een regio
Contactpersoon
Harold van der Meulen
0317-484436
 

Referenties
  • De gegevens met betrekking tot totaal areaal cultuurgrond zijn gebaseerd op de CBS-Landbouwtelling. Bij die bron gelden enkele belangrijke mijlpalen met wijziging in aanschrijving en samenstelling die de (ontwikkeling van de) resultaten kunnen beïnvloeden. In 2010 is de ondergrens gewijzigd (van 3 Nederlandse grootte-eenheden (nge) naar 3.000 euro Standaardopbrengst (SO)). In 2016 is de aanschrijving van bedrijven gewijzigd. Sindsdien is inschrijving bij de Kamer van Koophandel bepalend of men aangeschreven wordt. Vanaf 2016 worden daardoor minder bedrijven en een kleiner areaal door de telling gedekt.
  • Eiwitrijke gewassen omvatten:
    - Oliehoudende zaden: koolzaad, raapzaad, lijnzaad, sojabonen, zonnebloemen, blauwmaan-zaad, karwijzaad
    - Peulvruchten: bonen, erwten, linzen, lupinen etc.
    - Voederleguminosen: luzerne, klaver, bonte wikke, voederwikke
  • De figuren met gegevens over het bodemgebruik zijn niet afkomstig uit de Landbouwtelling maar uit een databestand van het CBS op basis van geodata. Deze brondata zijn dus verschillend van de CBS-database Landbouwtelling.
    Meer informatie over bodemgebruik.



Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


naar boven