Aanvoer en besomming - Overige kleine zeevisserij
|
Totale waarde aangevoerde vis en schelp- en schaaldieren in overige kleine zeevisserij 27 mln. euro
|
30-9-2022 |
De totale officieel geregistreerde aanvoer van de overige kleine zeevisserijen lag in 2020 op 12,3 mln. kg (levend gewicht). De totale waarde van de aangelande vis, schaal- en schelpdieren voor de overige kleine zeevisserijen lag rond de 16,7 mln. euro. In 2021 lagen zowel de geschatte aanvoer (20,8 mln. kg) als de totale waarde (27,0 mln. euro) ruim anderhalve keer hoger dan in 2020.
|
Net als in voorgaande jaren, bestond ook in 2020 het grootste deel van de vangsten van de overige kleine zeevisserij uit scheermessen. De schelpdiersoorten scheermessen, spisula en venusschelp vertegenwoordigden bijna 95% van het vangstvolume. Voor 2021 is het geschatte aandeel aan schelpdieren weer hoog, namelijk 92%. Overige belangrijke soorten waren in 2020 zeebaars, harder en garnalen. In 2020 bestond de vangst voor 6% uit overige soorten, waaronder kabeljauw, bot, etc.
In de staandwantvisserij nemen de tongvangsten af sinds het begin van de tijdreeks van 2013. In 2020 was harder de belangrijkste soort (35% van het gewicht); in 2021 nam het geschatte vangstaandeel van harder verder toe (59%) en zakte het aandeel van de vangst van tong naar een laag niveau (%) en overige soorten (16%). De vangsten van zeebaars en harder in de staandwantvisserij namen in de afgelopen jaren flink toe, na de afname in de jaren ervoor. Verder bestonden de vangsten uit een grote variƫteit aan soorten, variƫrend van kreeft tot platvis en paling. In 2020 maakte die overige vangsten 34% uit van de vangst; in 2021 wordt het aandeel veel lager geschat, namelijk op 12%.
Binnen de overige kleine zeevisserij (inclusief de staandwantvisserij) maakte in 2020 de schelpdierenvangst meer dan driekwart van de vangstwaarde uit (76% van het totaal). In 2021 lijkt dat aandeel verder te stijgen naar meer dan 80%. Daarnaast droeg de vangst van zeebaars aanzienlijk bij aan de totale vangstwaarde (11% in 2020 en in het jaar erna naar schatting 8%). Dit kwam voor een groot deel door de hoge prijs van zeebaars.
De vangsten van tong, harder en garnaal droegen ieder voor een klein deel bij aan de vangstwaarde (per soort 1% in 2020 en in 2021). Ter vergelijking: in 2013 droegen de tongvangsten nog 25% bij aan de totale inkomsten van de overige kleine visserij. De overige soorten (zoals kabeljauw en bot) droegen in 2020 gezamenlijk 9% bij aan de vangstwaarde en voor 2021 wordt dat geschat op 8%.
Voor de vangstwaarde in de staandwantvisserij was in 2020 vooral tong nog van belang met 45% in 2020. In 2021 was harder voor deze visserij de belangrijkste soort met een geschat aandeel in de totale vangstwaarde van 39%. Op de tweede en derde plaats hadden dat jaar tong en zeebaars het grootste aandeel in de vangstwaarde.
|