Aanvoer en besomming - Kottervisserij
|
Aanvoer van Noordzeevis en garnalen in 2021 weer verder omlaag
|
24-10-2022 |
De totale aanvoer (levend gewicht) van de Nederlandse kottervloot was met 58 mln. kg in 2021 ongeveer 8% lager dan in et voorgaande jaar (63 mln. kg). Het vijfjarig gemiddelde voor 2014-2018 lag met een aanvoer van circa 80 mln. kg veel hoger.
|
Het lage aanvoerniveau is vooral een gevolg van de lagere vangst per eenheid van inspanning. Dat resulteerde wederom in een lage benutting van de vangstquota van enkele belangrijke doelsoorten (zoals schol en tong) waar Nederlandse boomkor- en twinrig-kotters gericht op vissen. In 2021 nam het aanvoergewicht van de platvissoorten schol (-11%) en tong (-7%) af, ten opzichte van 2020. Ook was er weer een verdere afname van de inktvis (-20%) en mul (-31%) uit het Engelse kanaal. De langoustineaanvoer kende wel een toename, +39% ten opzichte van 2020 (na een afname met -31% in 2020 ten opzichte van 2019). De aanvoer van een aantal andere belangrijke soorten nam eveneens af, zoals die van tarbot, griet en rode poon en met name die van garnalen (-10% ten opzichte van 2020, na +13% in 2020 ten opzichte van 2019).
In onderstaande figuren is de aanvoer van vis en garnalen weergegeven, verkregen uit VIRIS (levend gewicht).
De aanvoer van schol daalde (-11%) van 19,0 mln. kg (2020) naar 17,0 mln. kg (2021). De aanvoer van tong daalde eveneens (-7%) en kwam uit op een totaal van 6,2 mln. kg. Het aanvoergewicht voor griet bedroeg in 2021 iets minder dan 0,6 mln kg (-40%) terwijl dat vorig jaar nog 1,0 mln. kg was (toen +8% ten opzichte van 2019). De aanvoer van tarbot kwam uit op 1,7 mln. kg (-20%). De aanvoer van bot kwam in 2021 uit op minder dan 1,0 mln. kg (-26%) en voor schar was dat 2,0 mln. kg (-9%).
De aanvoer van rode poon daalde (-7%) van 2,0 mln. kg (2020) naar 1,9 mln. kg (2021). Een ander veel gevangen doelsoort van flyshooters is de mul. De aanvoer hiervan daalde hard in vergelijking met een jaar eerder: in 2021 brachten Nederlandse kotters 1,3 mln. kg (-31%) op de markt. Ook inktvis werd minder gevangen dan in 2020: iets meer dan 0,9 mln. kg (-20%).
De aanvoer van langoustine (Noorse kreeft) nam in 2021 weer toe (+39%) tot 1,3 mln. kg (was 0,9 mln. kg in 2020). De aanvoer van Noordzeegarnalen daalde (-10%) naar 16,2 mln. kg in 2021. Een recordaanvoer van garnalen in 2018 was 28 mln. kg. Er ontstond toen een overaanbod door de grote aanvoer, met grote prijsdalingen als gevolg. De aanvoer van kabeljauw steeg licht (+4%) en die van wijting daalde (-17%) tot respectievelijk iets meer dan 0,6 mln. kg en 1,0 mln. kg. Zeebaars mag uit voorzorg, vanwege het relatief kleine visbestand, beperkt gevangen worden. Procentueel nam de aanvoer van zeebaars door kotters behoorlijk toe (+27%) in 2021, maar in absolute zin was het volume zeer beperkt, in 2021 slechts 81 ton (64 ton in 2020).
Aanvoer door kotters >300 pk: Alle vlootsegmenten vingen per dag minder vis in 2021.
Puls 80 mm: De pulsvisserij is in 2021 nagenoeg volledig uitgefaseerd. Vergelijking van cijfers met 2020 heeft daardoor geen zin.
Aanvoer door kotters <=300 pk
Puls 80 mm: De inzet in pulsvisserij was in 2021 dusdanig laag dat hier niet meer apart over gerapporteerd wordt.
Alle kotters
Garnalenvisserij: Negenennegentig procent van de aanvoer in de garnalenvisserij bestaat uit de doelsoort garnalen. De aanvoer per elke gemaakte zeedag in de garnalenvisserij kwam uit op gemiddeld 831 kg; dat is 12% minder dan in 2020 (939 kg per zeedag). Dit is relatief weinig ten opzichte van het jaar 2019 (1.223 kg per zeedag). De fluctuaties in de hoeveelheid aanvoer per zeedag geven aan hoe wisselend de garnalenvisserij kan zijn. Zo was de aanvoer in 2017 per zeedag 676 kg en in 2018 ruim twee keer zo hoog, 1.397 kg per zeedag.
Het aantal zeedagen bedroeg in 2021 19.544 (+5%); in 2020 was dat 18.605.
Flyshootvisserij: De aanvoer per zeedag in de flyshootvisserij kwam uit op gemiddeld 2.147 kg per zeedag in 2021. In 2020 was dat 2.374 kg (een afname van 10% in 2021). De aanvoer was ook vorig jaar al 12% teruggelopen. De belangrijkste doelsoorten waren in 2021: mul, makreel, rode poon, inktvis en wijting. Het aantal zeedagen bedroeg in 2021 3.437 (-2%); in 2020 was dat 3.519.
|