Netto resultaat - Kottervisserij
|
Geraamde nettoresultaat kottervisserij in 2021 verder omlaag en negatief
|
30-9-2022 |
Het jaar 2021 laat een voorlopig resultaat zien van -3 miljoen euro. In de jaren 2018, 2019 en 2020 waren de resultaten respectievelijk nog +48, +9 en +5 miljoen euro. Verwacht wordt dat opvarenden van kotters een aanzienlijk lager loon hebben verdiend dan in voorgaande jaren vanwege het deelloonsysteem in de visserij; de bemanning krijgt een vast deel van de netto opbrengst, waarin ook de veel hogere brandstofkosten worden meegenomen.
|
Een eerste schatting van opbrengst aan vis en garnalen in de eerste 8 maanden van 2022 laat een stijging van 25 miljoen euro zien ten opzichte van 2021 maar de kosten stegen nog veel harder waardoor meer verlies werd gemaakt dan vorig jaar over dezelfde periode. Er is sprake van een voorlopig verlies van meer dan 20 (mogelijk tussen de 20 a 25) miljoen euro.
De totale aanvoer steeg in 2021 licht tot 65 mln. Kilo. De gemiddelde visprijzen zijn wel gestegen maar omdat de brandstofprijzen in 2021 ook op een hoger niveau lagen dan in 2020 werd er toch verlies geleden.
De ingezette kentering in resultaten na 2018 is doorgezet in 2021 en in de eerste 8 maanden van 2022. Ondanks hogere opbrengsten (door hogere visprijzen) namen de kosten dusdanig toe (hogere brandstofkosten ten opzichte van eerdere jaren) dat er sprake is van verlies. De aanvoer van vis en garnalen bleef in 2021 ongeveer gelijk en in 2022 nam deze af. De combinatie van bovenstaande factoren laten een dalende trend in resultaat zien. De meest actuele cijfers laten zien dat in 2022 deze trend zich verder doorzet: lage vangsten en aanvoer, algemeen hoge kosten voor brandstof en hard doorwerkende inflatie van 10%, hoge visprijzen, maar per saldo een oplopend negatief nettoresultaat.
Ramingen laten zien dat omschakeling naar met name boomkor de afgelopen 2 jaar (vanwege intrekken van puls toestemmingen) negatief uitvalt in de exploitatie van vissersschepen (platvis). Er zijn in 2021 en 2022 geen vergoedingen meer geweest in het kader van de zogenaamde Covid-19-stilligregeling waarbij eigenaren van visserijschepen onder voorwaarden in 2020 nog een vergoeding konden krijgen wanneer zij hun schip niet konden of wilden uitvaren.
|