Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

     
Voedsel-Economisch Bericht
Kies een thema
Internationaal

Agrarische keten

Primaire sector

Consumptie

 
 
 
 
  
Betekenis van de agrosector - Land- en tuinbouw

Aandeel agrocomplex in Nederlandse economie in 2021 gedaald
13-9-2023
De agrarische sector - opgebouwd uit de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij - is nauw verweven met andere delen van de economie. Enerzijds is agrarische productie nauwelijks mogelijk zonder toelevering van goederen en diensten zoals veevoer, kunstmest, energie, machines, stallen, kassen, veterinaire en zakelijke diensten; anderzijds vergen ruwe agrarische producten verwerking in de voedingsmiddelenindustrie, handel en distributie voordat ze op het bord van de consument terechtkomen. Het geheel van directe en indirecte activiteiten rond de agrarische sector kan als een samenhangende keten worden gezien, die vaak wordt aangeduid als het agrocomplex.

De keten in beeld
In deze benadering staan de primaire sector en de verwerkende industrie van voedings- en genotmiddelen centraal en wordt de omvang van het agrocomplex bepaald door wat de primaire sector en de verwerking nodig hebben van toelevering en logistiek om de producten voort te brengen. De primaire sector is samen met de verwerking feitelijk de spin in het grotere web van agroactiviteiten. Deze insteek is historisch gegroeid, en vooral ingegeven door de wens een keten ‘van grond tot mond’ in beeld te brengen. Dit verklaart ook waarom de invoer en verwerking van producten als koffie, thee en cacao is inbegrepen in de cijfers, maar de export van toeleveranciers aan buitenlandse primaire producenten en verwerkers niet.

Agrocomplex draagt voor ongeveer 6,7% bij aan het bruto binnenlands product
De toegevoegde waarde van het totale agrocomplex bedroeg in 2021 - het meest recente jaar waarvoor de cijfers beschikbaar zijn - ruim 57 mld. euro. Hiermee komt het agrocomplex, gemeten over de afgelopen vijf jaar, op het hoogste niveau uit. Omdat de nationale economie in 2021 harder groeide dan het agrocomplex, is de bijdrage van het totale agrocomplex aan het bruto binnenlands product (bbp) gedaald van 7% in 2020 tot circa 6,7% in 2021. Het aandeel in het nationale totaal vertoonde de laatste 5 jaar, met uitzondering van 2020, steeds een dalende trend.

Een deel van de activiteiten van het totale agrocomplex hangt samen met de verwerking van geïmporteerde agrarische grondstoffen, zoals cacao, granen, soja en tabak. De toegevoegde waarde van het agrocomplex gebaseerd op de verwerking van buitenlandse agrarische grondstoffen is ongeveer 2,9% van het bbp; die van het agrocomplex gebaseerd op binnenlandse agrarische grondstoffen ligt de laatste vijf jaar rond de 4 % en kwam in 2021 uit op 3,8% (circa 33 mld. euro). In het deel van het agrocomplex dat enkel gebaseerd is op binnenlandse agrarische grondstoffen, waren toelevering (39%) en primaire productie (33%) samen verantwoordelijk voor ruim 70% van de toegevoegde waarde.


Aandeel agrocomplex in nationale werkgelegenheid 7,6% in 2021
De werkgelegenheid in het totale agrocomplex is gegroeid tot 600.000 arbeidsjaren in 2021, wat 7,6% is van de totale nationale werkgelegenheid. Door de jaren heen schommelt de toegevoegde waarde per arbeidsjaar wat. Gemiddeld komt deze voor 2021 uit op rond de 96.000 euro. Met ruim 110.000 euro is deze het hoogst in de verwerking van buitenlandse agrarische grondstoffen en het laagst in de primaire sector, namelijk circa 71.000 euro. In alle onderdelen van de productiekolom is er een toename van de werkgelegenheid. De totale werkgelegenheid in het op binnenlandse agrarische grondstoffen gebaseerde agrocomplex is in 2021 toegenomen tot 378.000 arbeidsjaren. Primaire productie en toelevering voorzien met totaal 74% in de meeste werkgelegenheid, met een aandeel van respectievelijk 40 en 34%.

Akkerbouw grootste deelcomplex met dank aan verwerking van buitenlandse agrarische grondstoffen 
Het akkerbouwcomplex is met een toegevoegde waarde van ruim 28 mld. euro in 2021 opnieuw het grootst binnen het totale agrocomplex. Dit is in belangrijke mate gebaseerd op de verwerking van buitenlandse agrarische grondstoffen zoals koffie, thee, cacao, en plantaardige oliën en vetten. Ook de verwerking en invoer van veevoergrondstoffen wordt toegerekend aan het akkerbouwcomplex, voor het deel dat aan niet-landbouwsectoren levert of exporteert. De rest van de invoer van veevoergrondstoffen is inbegrepen bij de toelevering aan de veehouderijsectoren. Op de tweede plaats staat het glastuinbouwcomplex met 9 mld. euro.

Glastuinbouw grootste deelcomplex verwerking binnenlandse agrarische grondstoffen 
Binnen het agrocomplex gebaseerd op de productie en verwerking van binnenlandse agrarische grondstoffen heeft het glastuinbouwcomplex in 2021 het grootste aandeel in de toegevoegde waarde (26%), terwijl het grondgebonden veehouderijcomplex het grootste aandeel heeft in de werkgelegenheid (32%). Het aandeel in de toegevoegde waarde was rond de 24% voor het grondgebonden veehouderijcomplex en 23% voor het intensieve veehouderijcomplex, voor het akkerbouwcomplex was het 16%. Het aandeel in de werkgelegenheid was rond de 16% voor het akkerbouwcomplex, 22% voor het glastuinbouwcomplex en 20% voor het intensieve veehouderijcomplex.
Binnen het agrocomplex gebaseerd op binnenlandse agrarische grondstoffen is de primaire productie in de (glas)tuinbouw en visserij voor respectievelijk twee derde en bijna driekwart verantwoordelijk voor de toegevoegde waarde. In de akkerbouw en veehouderij ligt dit aandeel met respectievelijk circa 20% en 10% een stuk lager. In de glastuinbouw en visserij gaat het veelal om producten die zonder verdere verwerking worden afgezet.

Export levert grote bijdrage aan toegevoegde waarde en werkgelegenheid agrocomplex
Een belangrijk deel van de activiteiten van het agrocomplex hangt samen met de export van onbewerkte en bewerkte agrarische producten. De export draagt voor circa driekwart bij aan de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid van het totale agrocomplex. Per deelcomplex loopt de exportafhankelijkheid licht uiteen: van rond de 70% voor het akkerbouw- en de veehouderijcomplexen tot ruim 80% voor de tuinbouwcomplexen en 95% voor het visserijcomplex.

Wegens een revisie van de cijfers kunnen deze afwijken van eerder gepubliceerde cijfers.








Kies een indicator
Deze informatie voor

Contactpersoon
David Verhoog
070-3358180
 

Referenties

 



Meer informatie
Toelichting indicator
Onderwerp omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


naar boven