Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

     
Voedsel-Economisch Bericht
Kies een thema
Internationaal

Agrarische keten

Primaire sector

Consumptie

 
 
 
 
  
Areaal - Land- en tuinbouw

Grondgebruik
11-12-2023
Het areaal cultuurgrond in gebruik bij de geregistreerde land- en tuinbouwbedrijven is in 2022 met 7.500 ha afgenomen (-0,4%) tot 1,804 mln. ha ( zie tabel). Deze afname is iets hoger dan in de periode 2016-2021 toen het areaal maar een fractie afnam en gelijk aan de langjarige trend tussen 2000 en 2015. Van het totaal areaal cultuurgrond is nu 53,7% in gebruik als grasland (blijvend, tijdelijk en natuurlijk grasland), 10,8% voor groenvoedergewassen, 29,6% voor akkerbouwland, 5,3% voor opengrondstuinbouw en 0,6% voor glastuinbouw.


Toelichting
De basis voor de oppervlakte cultuurgrond is de Landbouwtelling. De oppervlakte agrarisch terrein volgens de CBS-statistiek bodemgebruik is veel groter dan het areaal cultuurgrond volgens de Landbouwtelling. Dit is het gevolg van onder meer verschillen in definities en afbakening. Zo is de definitie van agrarisch terrein ruimer en worden daar ook bijvoorbeeld erven en tuinen toe gerekend, cultuurgrond daarentegen is de oppervlakte waarop de gewassen staan. De afbakening van de Landbouwtelling is eveneens beperkter, aangezien niet alle gebruikers van landbouwgrond zijn opgenomen in de Landbouwtelling.

Het areaal cultuurgrond in gebruik bij de geregistreerde land- en tuinbouwbedrijven is in 2016 eenmalig sterk afgenomen door de wijzigingen in de registratie van de land- en tuinbouwbedrijven1. Ten opzichte van 2015 daalde het areaal met circa 30.000 ha tot 1,816 mln. ha, een krimp van 1,6%.

Tabel 1 Agrarisch grondgebruik (1.000 ha), 2000-2022 a
20002010202020212022Verschil (%) 2021-2022
Grasland en voedergewassen1.249,51.232,91.184,41.180,81.163,6-1,5
    Waarvan grasland1.036,7995,3977,5983,6969,6-1,4
    snijmais205,3230,8195,8186,1183,3-1,5
Akkerbouw634,4542,1526,8525,8534,71,7
    Waarvan granen225,7218,8173,6173,4188,28,6
    aardappelen180,2158,3165,6160,3163,11,7
    suikerbieten110,970,681,580,781,71,3
    overig117,694,5106,2111,4101,7-8,7
Tuinbouw open grond81,187,193,194,895,40,6
    Waarvan groenten22,424,5262726,4-1,9
    fruit20,619,519,919,819,7-0,20
    bloembollen22,523,32727,3282,9
    boomkwekerij12,616,916,71717,21,2
Tuinbouw onder glas10,510,310,110,610,60,9
    Waarvan groenten4,255,65,85,8-1
    sierteelt5,94,83,94,14,23,7
Cultuurgrond, totaal1.975,51.872,31.814,51.811,91.804,4-0,40
a Peildatum 15 mei.
Bron: CBS-Landbouwtelling.


Lichte daling areaal grasland
De totale oppervlakte grasland is na een toename in 2021 in 2022 weer afgenomen tot bijna 970.000 ha (tabel). Binnen het areaal grasland wordt onderscheid gemaakt in blijvend, natuurlijk en tijdelijk grasland. Blijvend grasland is grasland dat minimaal vijf jaar achtereen op hetzelfde perceel wordt geteeld, met een opbrengst van meer dan vijf ton droge stof per ha per jaar. Voor natuurlijk grasland geldt onder meer een opbrengst van minder dan vijf ton droge stof per ha per jaar. Tijdelijk grasland is grasland dat maximaal vier jaar achtereen op hetzelfde perceel wordt geteeld. In 2022 is het areaal blijvend grasland met 1,3% gedaald tot 680.000 ha, het areaal natuurlijk grasland steeg met 1,5% tot 83.000 ha en het areaal tijdelijk grasland nam met 3% af tot 207.000 ha.

Mogelijk meer mais bij vervallen derogatie
Sinds de invoering van de derogatie in 2006 – de mogelijkheid om meer stikstof per ha uit dierlijke mest te gebruiken – is het areaal grasland maar beperkt afgenomen: tussen 2005 en 2022 met 30.000 ha, ofwel 3%. Een derogatiebedrijf moet minimaal 80% van het areaal landbouwgrond gebruiken als grasland (voor 2014 was dat 70%). Deze eis in combinatie met de grote deelname aan de derogatie heeft waarschijnlijk bijgedragen aan de beperkte daling van het areaal grasland. In 2022 hebben zich 15.400 bedrijven aangemeld voor de derogatie, met een gezamenlijk landbouwareaal van 717.500 ha, waarvan 630.900 ha grasland (88%; LNV, 2023). Dat is 65% van het totaal areaal grasland. Het aantal aanmeldingen is in 2022 vrij sterk gedaald ten opzichte van 2021 (met bijna 9%), waarschijnlijk door de late bekendmaking van de derogatiebeschikking eind september 2022 (LNV, 2023). Het landbouw- en graslandareaal van de aanvragers lag bijna 5% lager dan in 2021. De derogatie heeft als gevolg gehad dat het areaal snijmais is afgenomen. Met de afbouw van de derogatie kan het areaal mais weer gaan toenemen.

Ruim voldoende blijvend grasland voor vergroeningseis
Sinds 2015 zijn landbouwers verplicht vergroeningsmaatregelen uit te voeren om in aanmerking te komen voor de directe betalingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Een van de maatregelen is het in stand houden van blijvend grasland, ofwel grasland dat minimaal vijf jaar niet in de vruchtwisseling is opgenomen. Natuurlijk grasland (zie hiervoor) dat aan de vijfjareneis voldoet, valt ook onder deze definitie van blijvend grasland. Als het aandeel blijvend grasland op het totaal landbouwareaal 5% of meer afneemt ten opzichte van de referentieratio, moet Nederland een omzetverbod en herstelplicht invoeren. De referentieratio is het aandeel blijvend grasland op het totaal landbouwareaal in het referentiejaar (2012). De referentieratio bedraagt 40,97%. Tussen 2015 en 2017 is het aandeel blijvend grasland met 1 à 2% gedaald ten opzichte van de referentie, daarna is het aandeel gestegen tot 41,93% in 2022 (RVO, 2022). In alle jaren is dus ruimschoots voldaan aan de vergroeningseis voor het behoud van blijvend grasland. Deze eis geldt op nationaal niveau. In het nieuwe GLB vanaf 2023 is het behoud van blijvend grasland ook opgenomen. Tot en met 2027 mag het percentage blijvend grasland in Nederland niet meer dan 5% dalen onder de referentieratio van 41,26% van het (nieuwe) referentiejaar 2018.

Forse groei areaal graan en consumptieaardappelen; afname areaal akkerbouwgroente
Het totaal areaal akkerbouw is in 2022 met 9.000 ha gestegen tot bijna 535.000 ha, een plus van 1,7% (tabel). In de periode 2000-2016 daalde het akkerbouwareaal met een vijfde, van 634.000 tot 504.000 ha. Vanaf 2016 is het areaal weer geleidelijk toegenomen. De toename van het akkerbouwareaal in 2022 is te danken aan de sterke uitbreiding van het graanareaal (in hoofdzaak zomergerst en zomertarwe), met bijna 15.000 ha (8,6%; tabel) tot ruim 188.000 ha. Dat gebeurde onder invloed van de sterk gestegen graanprijzen in de eerste helft van 2022, onder meer door de wereldwijde grote vraag naar tarwe, beperkte voorraden, en de oorlog in Oekraïne.

Ook het areaal consumptieaardappelen is in 2022 flink toegenomen, met 5.200 ha (7,3%) tot bijna 77.000 ha, waarmee de terugval in 2021 door de coronacrisis weer is goedgemaakt. Na een dieptepunt van de prijs van consumptieaardappelen halverwege 2020 door de coronacrisis, is de prijs gestaag gestegen onder invloed van de grote vraag naar aardappelproducten na het heropenen van horeca en fastfood. Het areaal suikerbieten is in 2022 iets toegenomen tot bijna 82.000 ha. Cosun heeft de toewijzing – de hoeveelheid bieten die mogen worden geleverd – voor 2023 vastgesteld op 108% (tegen 105% in 2022). De hogere toewijzing is het gevolg van gunstige ontwikkelingen in de suikermarkt en het op peil houden van de voorraden (Cosun, 2022). Het areaal akkerbouwgroente is in 2022 met 7.000 ha (-10%) gekrompen tot 62.000 ha, vooral door een afname van de oppervlakte uien en winterpeen. Over een langere periode is het areaal akkerbouwgroente gestaag gegroeid: van 46.000 ha in 2000 tot 69.000 ha in 2021, wat neerkomt op een jaarlijkse groei van bijna 2%. De akkerbouwgroenten waren in 2022 goed voor 12% van het akkerbouwareaal (tegen 7% in 2000 en 13% in 2021).

Areaal tuinbouw open grond heel licht gestegen
Het areaal opengrondstuinbouw is in 2022 met 600 ha toegenomen (0,6%; tabel) tot ruim 95.000 ha. Over een langere periode is het areaal opengrondstuinbouw geleidelijk gegroeid: in de periode 2000-2022 met gemiddeld 0,7% per jaar. Het totaal areaal opengrondstuinbouw beslaat nu 5,3% van het grondgebruik, tegen 4,1% in 2000.

Lichte uitbreiding areaal onder glas
Het glastuinbouwareaal is tussen 2011 en 2015 sterk gekrompen (ruim 1.000 ha) als gevolg van economisch slechte jaren voor deze sector. Na een stabilisatie van het glasareaal in 2017-2018 rond de 9.000 ha, is het areaal glas tussen 2019 en 2021 met 1.600 ha toegenomen tot 10.600 ha (tabel), een groei van 17%. In 2022 nam het areaal ook nog licht toe. Voor een deel kan de groei van het areaal worden toegeschreven aan een sterke verbetering van de inkomens in de glastuinbouw na 2013. Zo lag het aantal verleende vergunningen voor nieuwbouw van kassen in de jaren 2016-2020 een factor 1,4 boven het gemiddelde in de periode 2012-2015. Het vergunde nieuwbouwareaal steeg van ongeveer 50 ha per jaar in 2012-2015 tot 150 ha per jaar in de jaren 2016-2020 (CBS, 2022). Dit is echter maar een deel van de verklaring voor de sterke toename van het glasareaal in de periode 2019-2021, omdat er ook kassen worden vervangen en afgebroken.

GLB-ecoregeling heeft effect op het grondgebruik in 2023
Het totaal areaal cultuurgrond is in 2023 – op basis van de voorlopige cijfers van de Landbouwtelling – nauwelijks veranderd (-0,1%). Binnen de gewasgroep grasland en voedergewassen nam het areaal blijvend grasland, tijdelijk grasland en snijmais af, en steeg het areaal natuurlijk grasland en luzerne. Het akkerbouwareaal is in 2023 volgens de voorlopige cijfers van de CBS-Landbouwtelling met ongeveer 3% toegenomen door een zeer sterke relatieve groei van het areaal peulvruchten (vooral veldbonen), braak en overige gewassen. De forse uitbreiding van deze teelten (inclusief natuurlijk grasland en luzerne) zijn hoogstwaarschijnlijk het gevolg van de invoering van het nieuwe GLB in 2023. Boven op de GLB-basispremie kan een extra premie verkregen worden via de zogenaamde ecoregeling (RVO, 2023): brons, zilver of goud per subsidiabele ha. Voor elk niveau moet een minimaal aantal punten worden gehaald voor vijf doelen op het gebied van klimaat, bodem/lucht, water, landschap en biodiversiteit, en moet een drempelwaarde in euro worden bereikt om aan de regeling te kunnen deelnemen. Via een keuze uit de verschillende eco-activiteiten (dat zijn gewassen en maatregelen) kan een van de extra premies worden verkregen. Zo vallen veldbonen onder de eco-activiteit ‘stikstofbindend gewas/eiwitgewas’. Opname van een (beperkt) areaal veldbonen in het bouwplan levert al een behoorlijke bijdrage aan het behalen van een drempelwaarde.

1 De belangrijkste wijziging is dat bedrijven die niet in het Handelsregister (Kamer van Koophandel) zijn opgenomen met een agrarische landbouwactiviteit, niet meer in de landbouwtelling zijn opgenomen. Tot 2015 hoefden onder meer landbouwers zich niet in te schrijven in het Handelsregister. Deze inschrijving is echter sinds 2015 als voorwaarde gesteld om in aanmerking te komen voor steun in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het zijn in het algemeen bedrijven met een zeer kleine economische omvang die uit de registratie zijn weggevallen.




Kies een indicator
Deze informatie voor

Contactpersoon
Martien Voskuilen
070 3358328
 

Referenties
Referentie:

Deze tekst is afkomstig uit de publicatie Staat van Landbouw, Natuur en Voedsel; Editie 2023; Berkhout et al., 2023. Rapport 2023-124.





Meer informatie
Toelichting indicator
Onderwerp omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


naar boven