Veebezetting - Melkveehouderij
|
Veebezetting stijgt weer sinds 2017
|
1-8-2022 |
Op de melkveebedrijven waarop het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) is gericht, is de veebezetting (uitgedrukt in fosfaat-gve per ha cultuurgrond) na een periode van daling (2002-2006) jaarlijks gestegen tot en met 2016. Na 2016 is de veebezetting in alle regio’s gedaald tot gemiddeld 2,1 gve/ha in 2021. Ten opzichte van 2020 is het aantal gve onveranderd gebleven in 2021. Het hoogst was de veebezetting in de Zandregio (gemiddeld 2,2 gve/ha) en het laagst in de Veenregio en de Lössregio (beide rond de 2 gve/ha). Door de jaren heen was de veebezetting in de Zandregio ook het hoogst. De veebezetting wordt vooral bepaald door melkkoeien en jongvee, en in mindere mate door overige graasdieren en staldieren. Staldieren, zoals vleesvarkens, die aan het begin van deze eeuw vooral op melkveebedrijven in de Zandregio aanwezig waren, zijn vrijwel verdwenen door steeds verdergaande specialisatie van melkveebedrijven.
|
Veebezetting 2021 op het niveau van 2010-2012
Aan het begin van deze eeuw daalde de veebezetting per ha vooral als gevolg van de melkproductiestijging per dier. Bij een gelijkblijvend melkquotum zijn daardoor minder melkkoeien nodig om het quotum vol te melken. De jaren daarna nam het aantal gve per ha toe in alle regio’s. Sinds 2015 ligt de veebezetting weer boven het niveau van 2001 en bijna 20% boven het niveau van 2006, wat laagste niveau is in 20 jaar. De veebezetting in 2020 en 2021 is vergelijkbaar met het gemiddelde niveau van de periode 2010-2012.
Jongveebezetting blijft gelijk Melkveebedrijven hebben in 2021 gemiddeld 1,8 melkkoeien per ha. In de Zandregio is de veebezetting voor melkkoeien het hoogste (1,9 melkkoeien/ha) en in de Lössregio het laagst (1,7 melkkoeien/ha). De veebezetting voor jongvee is in 2021 gelijk aan 2019 en 2020 en bedroeg in 2021 0,33 gve/ha. In de Zandregio en Lössregio is dit gemiddeld circa 0,35 en 0,34 gve/ha in 2021. In de beide andere regio’s is dat iets lager (2021: 0,33 gve/ha in de Kleiregio en 0,3 gve/ha in de Veenregio). Melkveebedrijven in de Zandregio zijn van oudsher duidelijk intensiever dan in de andere regio’s. Sinds 2016 neemt de veebezetting voor jongvee af in alle regio’s door de maatregelen voor fosfaatreductie en door de aandacht voor de verlenging van de levensduur van melkkoeien. De verlenging van de levensduur leidt tot een kleinere jongveestapel. Het jongvee is deels uitgewisseld met melkkoeien. Op melkveebedrijven zijn de overige graasdieren en de staldieren van gering belang in de veebezetting per ha.
|