Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

     
Mestbeleid LMM
Kies een thema
Algemeen

Bedrijfsvoering

Nutrienten

  
  
Opslagcapaciteit dierlijke mest - Melkveehouderij

Gemiddelde opslagcapaciteit dierlijke mest ruim 9 maanden
21-12-2023
Op melkveebedrijven in het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) neemt de gemiddelde opslagcapaciteit voor mest toe in de periode 2001-2019. De laatste drie jaren is de opslagcapaciteit voor dierlijke mest geleidelijk gedaald. Met uitzondering van enkele jaren in het begin van de genoemde periode, is de gemiddelde opslagcapaciteit tenminste 8 maanden.


In 2022 is de mestopslagcapaciteit in de Veenregio gemiddeld ruim 11 maanden. Op melkveebedrijven in de Zand-, Klei- en Lössregio’s is de gemiddelde opslagcapaciteit ruim 9 maanden. De gemiddelde opslagcapaciteit voor dierlijke mest in 2022 is lager dan die van het voorgaande jaar. Dit kan het gevolg zijn van de groei van de veestapel op melkveebedrijven in 2022. De spreiding in opslagcapaciteit tussen melkveebedrijven is groot, maar omvat in 2022 minimaal 7,7 maanden van de jaarlijkse mestproductie van de veestapel (25-procentwaarde). Veehouders dienen over voldoende opslagcapaciteit te beschikken voor de mestproductie van de dieren in de periode van 1 augustus tot 1 maart. Bedrijven met een ruime opslagcapaciteit hebben meer mogelijkheden om de mest onder optimale omstandigheden uit te rijden dan bedrijven met een krappe opslagcapaciteit. Dit kan leiden tot een hogere benutting en/of minder kans op uitspoeling van nutriënten uit dierlijke mest. Door schaalvergroting en intensivering hebben de laatste jaren meer melkveebedrijven een mestoverschot dat afgevoerd wordt met de bestemming om elders in de land- en tuinbouw als meststof ingezet te worden.





Kies een indicator
Deze informatie voor

Contactpersoon
Jamal Roskam
0317-483583
 


Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


naar boven