Mijn agrimatie

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Nieuws
         
Update van resultaten melkveebedrijven in het LMM - augustus 2021

6-8-2021

In februari 2021 zijn diverse artikelen gepubliceerd waarin gebruik werd gemaakt van voorlopige resultaten over het jaar 2019. Het ging om ‘voorlopige’ resultaten waarbij nog niet van alle melkveebedrijven in het Bedrijveninformatienet de bedrijfsresultaten over 2019 waren gebruikt. Voor deze update van juli 2021 zijn de resultaten over 2019 opnieuw bepaald, op basis van een complete set van bedrijfsgegevens. Gebleken is dat de definitieve cijfers voor het jaar 2019 vrijwel niet afwijken van de voorlopige, zoals in februari gepubliceerd.
Een aantal artikelen zijn niet gebaseerd op het Bedrijveninformatienet maar op Landbouwtellingsgegevens. Deze laatste artikelen zijn bij deze update uitgebreid met de resultaten voor het jaar 2020.

Melkproductie
De gemiddelde meetmelkproductie (vet- en eiwitgecorrigeerde melk) per koe op melkveebedrijven in het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) is in 2019 iets lager dan in 2018. Het jaar 2019 is afwijkend in de reeks omdat de melkproductie per ha voedergewas in alle regio’s afnam met gemiddeld 4%. Een mogelijke verklaring hiervoor is een beperkte stijging van het aantal melkkoeien per bedrijf en een 5% uitbreiding van het areaal cultuurgrond per bedrijf.

Graslandmanagement
Melkveebedrijven in het LMM weiden de melkkoeien in 2019 gemiddeld 25% van de beschikbare uren in de weideperiode. In alle regio’s gaat het om minder weide-uren dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. De stikstofbemesting per ha grasland op melkveebedrijven is gemiddeld 12 kg per ha (5%) lager dan een jaar geleden.

Mestgebruik
Op de melkveebedrijven waarop het LMM is gericht, is gemiddeld een derde van de gebruikte stikstof afkomstig uit kunstmest en twee derde uit dierlijke mest. Overige organische meststoffen zoals compost worden niet of nauwelijks gebruikt. In 2019 is het totale stikstofgebruik door melkveebedrijven gemiddeld met circa 4% afgenomen.
Meer dan 98% van de fosfaatbemesting op melkveebedrijven in het LMM is afkomstig van dierlijke mest. Daarnaast gebruiken de melkveehouders nog een kleine hoeveelheid fosfaat uit kunstmest en overige organische meststoffen. Zowel de stikstof- als fosfaatbemesting met dierlijke mest als kunstmest is in de periode 1991-2019 afgenomen als gevolg van de mestwet- en regelgeving.

Overschotten
Melkveebedrijven in het LMM behaalden in 2019 een stikstofbedrijfsoverschot wat bijna 40 kg per ha lager lag ten opzichte van het voorgaande jaar. Het stikstofbodemoverschot ligt ook lager in 2019 (137 kg/ha) dan in 2018 (174 kg/ha). Melkveebedrijven waarop het LMM betrekking heeft, hebben in 2019 gemiddeld een fosfaatoverschot van 2 kg per ha. In vergelijking met het uitzonderlijke droge jaar 2018 is het overschot veel kleiner.

In november 2020 is de vierjaarlijkse nitraatrapportage “Landbouwpraktijk en waterkwaliteit in Nederland; toestand (2016-2019) en trend (1992-2019)" gepubliceerd. Daarin werd geconstateerd dat over de periode 2014-2018 ten opzichte van de voorafgaande 4 jaren het stikstofoverschot op de melkveebedrijven licht toeneemt in de Klei- en Lössregio, terwijl in de Veen- en Zandregio sprake is van een verdere afname. De cijfers van 2019 wijzen uit dat het stikstofbodemoverschot in alle regio’s is gedaald ten opzichte van de periode 2014-2018.

Overige kenmerken
Op melkveebedrijven in de Zandregio van het LMM neemt de najaarsbeweiding van melkkoeien in 2019 toe ten opzichte van het voorgaande jaar. In de Klei-, Veen-, en Lössregio neemt de najaarsbeweiding verder af. Najaarsbeweiding in de Veen- en Kleiregio is structureel lager dan in de rest van de weideperiode. De draagkracht van de bodem onder invloed van regenval, en het optimaliseren van het voerrantsoen door bijvoeding op stal zijn bepalende factoren voor de keuze van de mate van beweiding in het najaar. In 2019 is de mestopslagcapaciteit gemiddeld 10,4 maanden. Dit is een lichte toename ten opzichte van het voorgaande jaar.

Volgende update
Bij de eerstvolgende update, naar verwachting in december 2021, zullen de voorlopige resultaten uit het Bedrijveninformatienet over het jaar 2020 worden gepubliceerd.

Over LMM
Het LMM is ontwikkeld om de effecten van het Nederlandse mestbeleid op de nutriëntenemissies, en vooral de nitraatemissie, uit landbouwbronnen naar het grond- en oppervlaktewater te meten en de effecten van veranderingen in de landbouwpraktijk op deze emissie te volgen. Het RIVM is verantwoordelijk voor de metingen van de waterkwaliteit en Wageningen Economic Research is verantwoordelijk voor de vastlegging van de landbouwpraktijk. Meer informatie over de waterkwaliteit en de gebruikte methoden wordt gegeven op www.rivm.nl. De waterkwaliteitsgegevens van het Basismeetnet kunnen zelf geselecteerd worden op lmm.rivm.nl.



Aanvullende informatie bij dit bericht
Er is mogelijk een update geweest van de informatie bij één of meer van de onderstaande analyses. Hieronder wordt de actuele inhoud getoond. De oudere analyse, die bij het nieuwsbericht hoorde, kan bekeken worden door bij de actuele analyse het archief te openen dat daar onderaan de pagina is weergegeven

Stikstofbemesting per ha grasland
•      

Fosfaatbemesting per ha
•      

Stikstofbedrijfsoverschot per ha
•      

Stikstofbemesting per ha
•      

Stikstofbodemoverschot per ha
•      

Fosfaatbodemoverschot per ha
•      



Contactpersoon
Marga Hoogeveen
070-3358325
 

Andere recente nieuwsberichten
16-4-2024:
22-3-2024:
22-3-2024:
7-3-2024:
4-3-2024:
22-2-2024:
27-12-2023:
22-12-2023:
22-12-2023:
21-12-2023:

Meer nieuws