Resultaten 2017 derogatiemeetnet beschikbaar op Agrimatie |
9-9-2019 |
In het derogatiemeetnet van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) volgen Wageningen Economic Research en het RIVM jaarlijks de waterkwaliteit en landbouwpraktijk op ‘voor derogatie aangemelde’ bedrijven. Het derogatiemeetnet is een uitvloeisel van de derogatie op de Nitraatrichtlijn die Nederland sinds 2006 heeft. Met deze derogatie mogen bedrijven met minimaal 80% gras in het bouwplan onder voorwaarden meer stikstof uit graasdiermest gebruiken dan de 170 kg stikstof per ha die de Europese Nitraatrichtlijn als maximum voorschrijft. Op 28 juni is het rapport ‘Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2017’ door minister Carola Schouten aan de Tweede Kamer aangeboden waarmee de resultaten openbaar beschikbaar zijn. Op Agrimatie zijn de nieuwe resultaten van het derogatiemeetnet in 8 overzichtelijke artikelen verwerkt.
Samenstelling en regio’s
Het derogatiemeetnet bestaat uit 300 bedrijven, waarvan ongeveer 87% melkveebedrijven en ongeveer 13% ‘overige graslandbedrijven’. De resultaten worden gepresenteerd voor de groep bedrijven als geheel, maar ook per regio. Er worden 5 regio’s onderscheiden: Zand 230, Zand 250, Klei, Veen en Löss. Bedrijven in de regio Zand 230 mogen maximaal 230 kg stikstof uit graasdiermest per hectare aanwenden op zandgrond. Dit betreft bedrijven gelegen in de Zandregio in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Indien deze bedrijven ook percelen met veen- of kleigrond hebben, dan mogen ze op die percelen wel tot 250 kg stikstof per ha uit graasdiermest bemesten. De Zandregio 250 betreft de bedrijven in het overige deel van de Zandregio, waar ook op zand tot maximaal 250 kg stikstof per ha uit graasdiermest gebruikt mag worden.
Thematisch ingestoken artikelen
De resultaten van het derogatiemeetnet worden in verschillende artikelen gepresenteerd. Elk artikel gaat in op een thema waarbij een aantal indicatoren in één of meerdere figuren in beeld wordt gebracht. Er zijn acht artikelen: 1. Melkproductie (per bedrijf, per hectare voedergewas en per koe) 2. Stikstofbemesting 3. Fosfaatbemesting 4. Gewasopbrengsten (voor zowel grasland als snijmais) 5. Stikstofbedrijfsoverschot 6. Stikstofbodemoverschot 7. Fosfaatbodemoverschot 8. Nitraatconcentratie in het uitspoelingswater
De totstandkoming
Resultaten uit het derogatiemeetnet zijn beschikbaar voor de landbouwpraktijk in de periode 2006 tot en met 2017 (waarbij nitraatconcentraties in de periode 2007 tot en met 2018 worden gepresenteerd). De data over 2017 zijn in het jaar 2018 verkregen door alle facturen en aanvullende gegevens over het jaar 2017 te verzamelen. Dit was per september 2018 gereed. Vervolgens zijn per bedrijf de boekhoudingen opgesteld, waarna de data zijn gecontroleerd en, eventueel na correctie van onvolkomenheden, zijn goedgekeurd voor onderzoek. Op basis van de goedgekeurde data zijn begin 2019 de indicatoren berekend en de resultaten beschreven.
|