Agrimatie - informatie over de agrosector





Let op: archief! Er is nieuwe informatie beschikbaar. U bekijkt op dit moment informatie uit het archief die gedurende een bepaalde tijd online heeft gestaan. In dit archief zijn geen (interactieve) grafieken opgenomen.

Rekening-courantpositie varkensbedrijven daalt verder in derde kwartaal door zeugenhouderij
26-10-2018

De rekening-courantpositie van varkensbedrijven is in het derde kwartaal van 2018 met 7.500 euro verslechterd ten opzichte van het tweede kwartaal, en kwam eind september uit op 11.400 euro. Eind november 2017 piekte deze nog met gemiddeld bijna 50.000 euro. Het saldo van bij- en afschrijvingen was het derde kwartaal lager dan in 2017 en in het eerste halfjaar van 2018 door gestegen kosten van voer en mestafzet en daarnaast lagere opbrengsten voor vleesvarkens en biggen.


Vooral de zeugenbedrijven kregen te maken met een lagere rekening-courantpositie doordat die geen compensatie hebben voor de gedaalde opbrengsten van biggen. Vleesvarkenshouders hebben dankzij de goedkopere biggen wel lagere uitgaven waardoor een deel van de eveneens gedaalde opbrengsten is ingelopen. Vergeleken met september vorig jaar is de rekening-courantpositie van vleesvarkensbedrijven daardoor iets hoger geworden. Maar bij de zeugenbedrijven is in dezelfde periode het saldo met 53.000 euro gedaald tot bijna 35.000 euro negatief (zie liquiditeit varkenshouderij: figuren onderaan het artikel). De stand van de rekening-courant is een resultante van de bij- en afschrijvingen. Overschrijvingen van de rekening-courant naar een spaarrekening worden in deze weergave als afschrijvingen op de rekening-courant gezien. Ook neveninkomsten en privé-uitgaven zijn in het saldo verwerkt.

De voerprijzen liggen in het derde kwartaal van 2018 bijna 7% hoger dan gemiddeld in 2017 en 4% hoger dan in de eerste helft van 2018. De biggenprijzen zijn ruim 40% lager dan in 2017 en circa 30% lager dan in het eerste halfjaar van 2018. De opbrengstprijzen voor vleesvarkens zijn iets minder gedaald: 10% lager in het derde kwartaal ten opzichte van 2017. Maar wel 3% hoger dan in de eerste helft van 2018.

Daarnaast hebben bedrijven in het afgelopen kwartaal iets minder kunnen aflossen en meer leningen opgenomen dan het kwartaal ervoor. Er is meer geïnvesteerd, minder naar privé overgeboekt en er is geld van de spaarrekening gehaald.


Bij- en afschrijvingen op rekening-courant gedaald
Onderstaande figuren geven de totale bij- en afschrijvingen per maand op de rekening-courant weer vanaf 2017. Opvallend hierbij is dat in bijna alle maanden van dit jaar zowel het cumulatieve totaal de bij- als afschrijvingen op een lager niveau liggen dan vorig jaar. Vooral de bijschrijvingen in mei, juni en september van 2018 zijn duidelijk lager dan dezelfde maanden een jaar eerder door lagere opbrengsten uit vleesvarkens en biggen. Voor de bijschrijvingen op zeugenbedrijven zijn sinds eind 2017 flink gedaald. In maart tot en met mei was er wel een korte opleving dankzij hogere biggenprijzen.



Stabiel aantal bedrijven in het rood
In het tweede kwartaal 2018 staan er iets meer bedrijven in het rood, namelijk 33%, in vergelijking met het eerste kwartaal (25%). Een laag saldo betekent niet automatisch dat het bedrijf betalingsproblemen heeft. Het saldo kan laag zijn omdat er bijvoorbeeld geld naar een spaarrekening is geboekt of omdat er leningen zijn afbetaald. Tegelijkertijd groeide de groep bedrijven die meer dan 25.000 euro op de lopende rekening had licht. Er is dus een toenemende spreiding tussen bedrijven.

De veranderingen in aandelen van de bedrijven per klasse kunnen soms relatief klein zijn. Dit wil echter niet zeggen dat de situatie per bedrijf niet sterk kan verschillen. Onderstaande figuur toont hoe varkensbedrijven tussen de perioden van de ene naar de andere klasse verschuiven. Doorgaans blijft het grootste gedeelte van de bedrijven in de eigen klasse. Ruim 70% van de varkensbedrijven met een saldo van meer dan 25.000 euro op de lopende rekening in het tweede kwartaal heeft dat ook in het derde kwartaal. De grootste verschuivingen tussen het tweede en derde kwartaal zitten in de klasse -25.000 euro tot 0 euro. Hiervan blijft 29% van de bedrijven in dezelfde klasse, verschuift 41% naar de klasse 0 tot +25.000 euro en 21% naar de klasse met een saldo tussen -25.000 en -50.000 euro.


Vooruitzichten
We verwachten voor het vierde kwartaal van 2018 dat opbrengstprijzen voor vleesvarkens en biggen laag blijven. De biggenprijzen hebben hun bodem voorlopig wel bereikt. De vleesvarkensprijzen trekken voorlopig niet aan omdat er veel aanbod is van varkensvlees in de EU. De productiegroei van varkensvlees zwakt wel af en voor 2019 verwacht de EU 1% minder aanbod. Ook de Afrikaanse varkenspest in België drukt het sentiment. Toenemende handelsbelemmeringen tussen de VS en China zullen positief uitpakken voor de afzet van varkensvlees vanuit de EU; in hoeverre dat ook leidt tot hogere prijzen binnen de EU en Nederland is nog onzeker. De eigen productie in China en Rusland neemt toe door investeringen in grootschalige bedrijven, wat leidt tot minder importbehoefte en daarmee toenemende druk op de internationale afzetmarkten. De binnenlandse prijzen waren hoog in China door een dalende eigen productie, als gevolg van sluiting van kleine eenheden. Hiervan hebben Nederlandse en Europese varkenshouders in 2016 en 2017 geprofiteerd; inmiddels zijn die prijzen fors gedaald. Afhankelijk van hoe de Afrikaanse varkenspest in China zich ontwikkelt, zal het prijseffect in de EU beperkt zijn tot flink positief kunnen zijn. China is nog steeds de belangrijkste bestemming voor EU-varkensvlees.

De voorgenomen sanering van de varkenshouderij zal de komende jaren invloed hebben op het aantal bedrijven en de varkensproductie. Dat betekent niet meteen dat de opbrengstprijzen zullen stijgen omdat de varkenssector in een internationale markt zit. Daardoor kunnen andere landen de wegvallende productie op termijn overnemen door uitbreidingen.

De voorgenomen sanering van de varkenshouderij zal de komende jaren invloed hebben op het aantal bedrijven en de varkensproductie. Dat betekent niet meteen dat de opbrengstprijzen zullen stijgen omdat de varkenssector in een internationale markt zit. Daardoor kunnen andere landen de wegvallende productie op termijn overnemen door uitbreidingen.


•Dit artikel is tot stand gekomen vanuit het topsectorenbeleid van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en is een product van samenwerking tussen Wageningen Economic Reserach, ABN AMRO en Agrifirm. De data van de figuren zijn afkomstig van bedrijven uit het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research, een representatieve steekproef van landbouwbedrijven uit de CBS-Landbouwtelling die groter zijn dan 25.000 euro Standaardopbrengst (SO). De data hebben betrekking op varkensbedrijven groter dan 100.000 euro SO.
•De inkomenspositie van varkensbedrijven is terug te vinden op BINternet.
•Actuele prijsontwikkeling per maand van varkens.
•De Barometer Agrarische Sector geeft een beeld van actuele ontwikkelingen van het saldo van vleesvarkens en zeugenbedrijven.
•Toelichting bij gebruik van de stroomfiguur: de twee staven geven de aandelen bedrijven per klasse in de gekozen kwartalen weer. Het middengedeelte tussen de staven geeft de verschuiving weer van bedrijven tussen de genoemde perioden. Als je met de muis op een van de klassen gaat staan, kun je zien waar hoeveel bedrijven naar toe stromen (als je op een klasse in de linkerstaaf staat) of waar ze vandaan komen (als je op een klasse in de rechterstaaf staat).