Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Thema's > Prijzen
     
Prijzen
Kies een indicator
Actuele voedselprijzen - Zuivel

Daling melk- en zuivelprijzen gestopt
22-2-2024

De consumentenprijsindex (CPI) van zuivel is in november 2023 geëindigd op 143 (2015=100). De producentenprijsindex (PPI) is in dezelfde maand op 137 punten geëindigd. De prijsindex af boerderij is op 119 uitgekomen. De prijzen van melk en zuivel zijn stabiel of hoger dan in september. Tot aan september-oktober waren er aanhoudende dalingen van prijzen in 2023. De prijzen zijn in 2023 nog altijd hoog ten opzichte van de voorgaande jaren. Hoge prijzen van energie en voer hebben de prijzen van zuivel opgestuwd.


  

Prijsontwikkelingen
De consumentenprijsindex (CPI) van zuivel is in november 2023 op 143 punten (2015=100) geëindigd, 1% lager dan in september, maar even hoog als in oktober. De daling van de CPI is in mei ingezet na twee jaar aaneengesloten stijgingen. Bijna alle afzonderlijke zuivelproducten laten tussen september en november een daling van 1-2% zien. Alleen de prijs van yoghurt is stabiel gebleven. Ondanks deze daling is de consumentenprijsindex van zuivel hoog en ligt in november 2023 op gelijk niveau van hoge prijzen in november 2022.

De producentenprijsindex voor zuivel (PPI) is in november 2023 op 137 punten uitgekomen. Dat is 5% hoger dan in september 2023, maar 9% lager dan in november van 2022. De PPI is in 2023 tot aan september alleen maar gedaald. Dat geldt zowel voor zuivel op de binnenlandse als op de buitenlandse markt. Vergeleken met voorgaande jaren is de PPI hoog.

De prijsindex af boerderij is in november uitgekomen op 119 punten. Dat is een stijging van 2% sinds september. Tot aan oktober 2023 is er een scherpe daling geweest. De index staat 34% lager dan de absolute recordhoogte in november-december 2022. De prijsdalingen in het voorjaar passen in een normaal seizoenspatroon. Daarbij horen ook prijsstijgingen na het voorjaar. Deze stijgingen zijn pas november ingezet. In 2022 waren de melkprijzen bijzonder hoog. Vanaf halverwege 2020 waren de prijzen af boerderij bijna verdubbeld. De prijsstijgingen in het voorjaar van 2021 en van 2022 hoorden niet in het seizoenspatroon. Die hogere prijzen hebben tot meer melkaanvoer geleid, wat druk op de prijzen heeft gezet. Een scherpe daling in de eerste maanden van 2023 heeft de prijsindex naar het niveau van eind 2021 gebracht.

De belangrijkste reden voor de prijsstijgingen in zuivel waren marktverstoringen door de start van de oorlog in Oekraïne begin 2022 en de daaropvolgende internationale sancties tegen Rusland en Belarus. Met name de prijzen van energie en voer zijn in de eerste maanden na de invasie enorm gestegen. De marktverstoringen door de oorlog volgen de verstoringen tijdens de coronapandemie in 2020-2021 op. De pandemie leidde tot afzetproblemen en juist tot lage af-boerderijprijzen. De prijsstijgingen van de voedselgrondstoffen op de wereldmarkten waren al in de loop van 2021 ingezet.



Keten
Het merendeel van de zuivelproducten wordt door consumenten in Nederland in het supermarktkanaal gekocht. Supermarkten kopen melk en zuivelproducten van de zuivelindustrie, die daarnaast ook een aanzienlijk deel exporteert. Ook wordt consumentenzuivel geïmporteerd. De Nederlandse industrie wordt nagenoeg volledig beleverd door de Nederlandse melkveehouders. Er vindt nauwelijks import van rauwe melk plaats.

Melkveehouderij
In 2022 waren er in Nederland circa 14,7 duizend bedrijven met melk- en kalfkoeien, die gezamenlijk 13,8 miljard kg melk afleveren aan de Nederlandse zuivelindustrie; een relatief klein deel wordt achtergehouden op boerderijen en daar verwerkt (op basis van cijfers van het CBS).

Industrie
In 2022 telde de Nederlandse zuivelindustrie 26 ondernemingen die in totaal 52 productielocaties hebben met een capaciteit groter dan 10 miljoen kg (ZuivelNL). Ongeveer 90% van de gecollecteerde melk wordt verwerkt door vijf coöperaties. Het overgrote deel van de rauwe melk wordt verwerkt in kaas (circa 57%) en melkpoeder (circa 13%).

Afzet
Circa 30% van de zuivelproductie blijft in Nederland, 45% wordt binnen de EU afgezet en met name in Duitsland, België en Frankrijk. De Nederlandse zuivelsector is internationaal georiënteerd: het saldo van de handelsbalans bedraagt 4,1 miljard euro. Ongeveer een kwart van de geëxporteerde zuivel verlaat de EU, waarbij China, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk de drie belangrijkste afzetlanden zijn buiten de EU (ZuivelNL).

De Nederlandse afzetmarkt is overzichtelijker dan de wereldmarkten als het gaat om de opererende zuivelaanbieders en afnemende partijen. Vóór de coronacrisis werd driekwart van de zuivelproducten in Nederland via de retail verkocht en een kwart via de horeca en andere kanalen. Het totaal aan consumentenbestedingen aan zuivel in alle verkoopkanalen voor voedsel in Nederland wordt geraamd op ruim 7 miljard euro (op basis van de Monitor Duurzaam Voedsel 2022). Op de Nederlandse retailmarkt zijn de inkooporganisaties van supermarkten Ahold Delhaize (37% marktaandeel), Jumbo (21% marktaandeel) en Superunie (26% gezamenlijk marktaandeel van aangesloten winkelformules) de belangrijkste afzetpartijen voor de zuivelindustrie. Naast de Nederlandse zuivelondernemingen richt zich een aantal vooral grotere Europese zuivelondernemingen op de Nederlandse consument. Het aandeel van deze ondernemingen is relatief klein door een groot competitief voordeel van de Nederlandse ondernemingen.

Op de internationale markten, en met name buiten de EU, zijn zuivelgroothandels (intermediairs) belangrijke afzetpartijen. Zuivelondernemingen uit Nieuw-Zeeland en Australië, Noord-Amerika, andere zuivelondernemingen uit Europa en lokale zuivelondernemingen opereren vaak tegelijkertijd in dezelfde landen als de Nederlandse zuivelondernemingen.

Prijsvorming
In de zomermaanden is er een groter aanbod van melk dan in de wintermaanden. Met toeslagen en heffingen worden boeren aangemoedigd om meer in de winter te leveren. De omvang van de productie is tot april 2015 beperkt geweest door de quotering in het kader van het EU-zuivelbeleid. Per 1 april 2015 zijn de quota komen te vervallen. De prijsondersteuning vanuit het Europees landbouwbeleid is al eerder grotendeels vervangen door directe betalingen.

De prijs die de melkveehouder voor melk ontvangt bestaat uit een aantal componenten. In het geval van FrieslandCampina is het een garantieprijs, de jaarlijkse prestatietoeslag en de uitgifte van ledenobligaties-vast. Melkveehouders die niet aangesloten zijn bij een coöperatie, leveren melk op basis van contracten met de particuliere zuivelindustrie. Vaak wordt de melkprijs van de coöperaties gebruikt als een referentie. Het resultaat van de Nederlandse zuivelondernemingen is afhankelijk van hun prestatie op de binnenlandse en buitenlandse markten. Prijsontwikkelingen in binnen- en buitenland sluiten niet altijd op elkaar aan door verschillen in marktdynamiek. Verschillen in kwaliteit, duurzaamheidseisen en in soorten gevraagde zuivelproducten in binnen- en buitenland spelen hierbij een belangrijke rol.

De voorwaarden en prijzen van zuivelproducten in Nederland komen tot stand via bilaterale contractonderhandelingen tussen zuivelondernemingen en (Nederlandse) supermarkten.



Kies een keten
Contactpersoon
Elsje Oosterkamp
0317 484655
 

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >
Referenties
• Gegevens over de PPI 2012-heden van CBS Statline (Indices van laatste 5 maanden zijn voorlopige gegevens).
• Gegevens over de gebruikte PPI 2005-2012 van CBS Statline.
• Gegevens over de gebruikte CPI 2000-heden van CBS-Statline (indices van de laatste maand zijn voorlopige gegevens).


Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief



naar boven